12 December 1929.
211
jaac uit te stellen, zag hij gaarne gemotiveerd. Het
voorstel om de jaarwedde te verhoogen tot f 1250.
vindt spreker echter zöô sympathiek, dat hij er nog
liever f 1500.van zou willen maken. Bloemendaal
betaalde aan hare Wethouders f 3000,— en heeft dit
onlangs verhoogdtot f 5000.Nu behoeft Heemstede
wel niet gelijk te staan met Bloemendaal, doch blijk-
baar is zij hier wel wat erg.ten achter. Hoe moet
echter de funclie van het Wethouderschap wörden
beschouwd, uitsluitend als een eerebaantje of als een
baantje, waarvoor men het grootsfe gedeette van zijn
tijd beschikbaar moet stellen. Mag de eisch gesteld
worden, dat de Wethouders een vast spreekuur hou-
den en dat zij zich zooveel mogelijk geven om de
belangen van de gemeente te dienen Dit laatste
inderdaad doen deze beide heeren en dan zegt spreker
dat dit ambt met f 800.niet is betaald. Het Wet-
houderschap eisclit hier den geheelen mensch, daarom
is het hier ook geen eerebaantje te noemen en zal
spreker aan de verhooging der jaarwedden graag allen
steun verleenen. Wanneer aan een bepaald ambt
meerdere eischen worden gesteld, dan mag er geen
sprake meer zijn van een belooning, maar moet een
dergelijk ambt naar waarde betaald worden.
De heer De Boer zou, wanneer er sprake was van
2 uitersten, aan de verhooging van de jaarwedden der
Wethouders nog liever terugwerkende kracht verbin-
den. Wat de kwestie van het eerearnbt belreft, zegt
spreker, dat er zooveel werk door de Wethouders
wordt gepresteerd, dat daarbij nog wel wat eer mag
komen. Men heeft bij dit ambt toch ook heel wat
aanvallen te verduren, men behoeft voor de waarheid
van deze bewering al niet verder terug te gaan dan
naar hetgeen deze avond is opgemerkt. Begaat iemand
in het particulier leven een stommiteit, och, dan is
dat wel weer gauw goedgemaakt en vergeten, doch
begaat een Wethouder een vergissing dan „hômaar"!
Spreker verklaart zich daarom graag voor deze jaar-
weddeverhooging.
De heer Rijkes wil het voorstel van den heer
Audretsch om de behandeling van deze zaak nog
een jaar uit te stellen, gaarne steunen. Heemstede weet
immers nog niet welke de financieele gevolgen zijn
van de annexatie. Zoo juist is bij de voorgestelde
verhooging van de jaarwedde van Zuster van Ketel
met f3U0.immers ook gezegd „laten wij daarmede
niet beginnen". Burgemeester en Wethouders zijn