12 December 1929.
213
besprekingen over dit onderwerp, zijn voorstel in-
trekt,
Vervolgens vraagt de Voorzitter of een der leden
stemming verlangt over zijn voorstel om aan Gede-
puteerde Staten te verzoeken de jaarwedden der
Wethouders met ingang van 1 Januari 1930 op
1250.te brengen.
Als niemand hiertoe het verlangen te kennen geeft,
wordt het navolgende besluit zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld:
De Raad der gemeente Heemstede;
Gehoord het advies van den Burgemeester, waaruit
blfjkt, dat verhooging van de jaarwedden van de Wet-
houders met ingang van 1 Januari 1930 gewenscht is;
Overwegende, dat laatstelijk bij besluit van Ge-
deputeerde Staten van Noordholland van 12 Mei
1926, no. 152, goedgekeurd bij K. B. van 9 Augustus
1926, no. 5 de jaarwedde van elk der Wethouders
dezer gemeente is bepaald op /800.
dat deze jaarwedde echter in vefhouding tot de
werkzaamheden, welke aan het Wethouderschap
verbonden zijn, onvoldoende moet worden geacht;
dat toch de functie van Wethouder door toename
van de gemeentelijke bemoeiiingen alsmede door uit-
breiding der gemeente steeds meer tijd gaat ver-
eischen en de jaarwedde zoodanig behoort te zijn,
dat zij bij loonderving een billijke compensatie geeft;
dat ook in vergelijking met de jaarwedde, welke in
soortgelijke gemeenten aan de Wethouders wordt
toegekend, eene verhooging van de voor onze ge-
meente vastgestelde jaarwedde gemotiveerd is;
Gelet op art, 94 der Gemeentewet;
BESLUIT
aan Heeren Gedeputeerde Staten dezer provincie te
verzoeken de jaarwedde van elk der Wethouders
met ingang van 1 Januari 1930 te willen vaststellen
op 1250.-.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den
12en December 1929,
De Secretaris, De Voorzitter,