J7
7
30 Januari 1030
eene zijde te diens genoegen langs de Oostelijke
grens van de in artikel 1 omschreven terreinen een
voetpad te doen aanleggen en te doen onderhouden
ter breedte van 2.40 M.
Voor de inneming van Rijksgrond ten behoeve van
dit werk zal de gemeente geen vergoeding, in welken
vorm ook, behoeven te betalen.
De bij het uitvoeren der onder 2 en 3 van "artikel
3 genoenide werkzaamheden afkomende en over-
schiefende materialen worden eigendom van de ge-
meente.
Alle kosten, op deze overeenkomst vallende, komen
ten laste van het Rijk.
b. een crediet te verleenen groot f 5000,— voor
uitvoering van de onder a genoemde overeenkomst,
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 30
Januari 1930.
De Secretaris, De Voorzitter,
Art. 5.
Artikel 6.