O 30 Januari 1930
Inili
v
b. indien hij na zijn aftreden als Wethouder eene
andere publiekrechtelijke functie aanvaardt, waaraan
eene hoogere bezoldiging is verbonden dan door
hem als Wethouder werd genoten, gedurende den
ir tijd, dat hij die functie bekleedt.
Ver
Tev Art. 10.
Kei
Deze verordening verstaat onder Welhouders, zoo-
wel de mannelijke als de vrouwelijke Wethouders,
tenzij het tegendeel daaruit blijkt.
Go< Art. 11.
Ver
^as Deze verordening treedt in werking metingangvan
G0< 1 Februari 1930, met ingang van welken datum ver-
valt de verordening regelende de pensionneering van
de Wethouders, vastgesteld bij raadsbesluit van 5 Fe-
bruari 1919, no. 4.
Uit-
Toe
Bes
Dar
Overgangsbepaling.
Art. 12.
Voor heni, die bij het inwerking treden dezer Ver-
ordening als Wethouder in functie is, tellen de jaren,
Z gedurende welke hij als zoodanig gefungeerd heeft
v vöör die inwerking treding, mede bij de berekening
Ioc van het hem toe te kennen pensioen of wachtgeld.
Dar
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 30
Januari 1930.
De Secretaris,
De Voorzitter,
4 4