30 Januari 1930.
25
De heer Van der Linden wil gaarne het verzoek van
den heer Jonckbloedt ten aanzien van de openbare
aanbesteding van het werk ônderschrijven. Vooral
voor degenen die in de bouwbedrijven werkzaam zijn,
zou dit zeer welkom zijn.
De heer Dr. Droog Wethouder zegt, eerst den heer
Audretsch te zullen antwoorden op zijn vraag, of het
niet mogelijk is om in de Ringvaart een zwemgele-
genheid te maken. Spreker moet hierop absoluut
ontkennend antwoorden. Het zou heel iets anders
zijn wanineer de Ringvaart een stroomend water was,
doch integendeel, in dit water is heel weinig bewe-
ging. Bij bepaalde spuiing wordt bovendien veel vuil
water van de Leidschevaart en het Spaarne met net
water uit de Ringvaart gemengd, hetgeen vaak een
zeer onaangename reuk geeft. Spreker heeft dit
vraagstuk indertijd reeds zeer ernstig onder het oog
gezien en ook adviezen van deskundigen gevraagd.
De kwaliteit van het water van de Ringvaart is ech-
ter ongeschikt voor dit doel en zou niet dan met zeer
hooge kosten daarvoor kunnen worden benut.
Wat betreft de kleedkamertjes, moet s.preker toe-
geven, dat het aantal van deze hokjes op bepaalde
tijden te kiein is. Het is verboden, dat zich meer dan
één persoon tegelij'k in een kleedhokje bevindt, doch
met den geweldigen toeloop op warme dagen is het
onimogelijk steeds voldoende kleedkamertjes te neb-
ben. Spreker zegt echter toe, dat hij deze aange-
legenheid ernstig onder de oogen zal zien.
Wat de kwestie van den betonrand betreft, zegt
spreker gemeend te hebben, dat dit momenteel een
onnoodige uitgave was. Een houten damwand kan
wel een tiental jaren mede en na dien tijd kan altijd
nog eens eene voorzienimg onder het oog worden ge-
zien. De kosten, verbonden aan een dergelijke be-
tonrand bedragen ongeveer 4000.en dit wordt
nu wel wat veel geacht, terwijl dit voorloopig ook
absoluut niet noodig is.
Ten aanzien van het verzoek om dit werk aan te
besteden, zegt spreker, dat Burgemeester en Wet-
houders in dit geval wel geneigd zijn om tot aanbe-
steding over te gaan, hoewel het niet weg neemt dat
bij aanbesteding teekeningen en bestekken moeten
worden gemaakt en aanwijzingen moeten worden
gegeven en met dit alles gaat veel tijd heen. Spreker
weet, dat de Raad, in het algemeen genomen voor
aanbesteding gevoelt, ook spreker gevoelt daar voor.