18
20 Februari 1930
WIJZIGING ELECTRICITEITSTARIEF.
Aan den Raad.
In Uwe Vergaderingen is meerdere malen en van
verschillende zijden gesproken over de wenscheliik-
heid van wijziging der tarieven voor electriciteit,
waarbij dan ook steeds op invoering van een vast-
rechttarief werd aangedrongen. Door ons is daarop
toegezegd dat wij bereid waren deze aangelegenheid
in studie te nemen.
Het is een niet te ontkennen feit, dat een groot
deel van het publiek de electrische verwarming van
de woningen is gaan beschouwen als een eisch van
den tijd. Bij vestiging van gezinnen in onze gemeente,
komende uit plaatsen waar het vastrechttarief reeds
bestaat en waar men als een gevolg van dit tarief
gewoon is aan electrische verwarming, doet zich van-
zelf het gernis van zulk een tarief in onze gemeente
steeds sterker gevoelen en achten wij het, met de
Commissie voor de Bedrijven, welke ons daarover
adviseerde, in het belang van de gebruikers gewenscht
aan het verlangen naar een tarief, waarbij de electri-
sche verwarming minder kostbaar wordt, tegemoet te
komen. Op die wijze kan onze gemeente zich aan-
passen aan in naburige gemeenten reeds bestaande
regelingen.
Blijkens het advies van de Commissie voor de
Bedrijven is het niet mogelijk een vastrechttarief te
ontwerpen waarvan alle afnemers kunnen profiteeren,
terwijl ook ons College de verantwoordelijkheid daar-
van op het oogenblik uit een financieel oogpunt niet
zou durven aanvaarden.
Anderzijds is het niet juist een vastrechttarief in te
voeren, waarvan alleen de grootere verbruikers zouden
profiteeren, omdat hiermede slechts een gedeelte onzer
ingezetenen gebaat zou zijn Er is daarom gezocht
naar een tarief, hetwelk hen die electriciteit voor ver-
warming en andere doeleinden willen bezigen kan
tegemoet komen, doch waarbij ook de kleinere ver-
bruikers van een niet onbelangrijke stroomprijsver-
mindering profiteeren.