27 Maart 1930
67
nog op de vraag van den heer Audretsch, dat wan-
neer Burgemeester en Wethouders een straat willen
laten vervallen, zij dit zeker in den Raad zullen brengen.
De heer K.wcik merkt op, dat hierdoor demogelijk-
heid wordt afgesneden, dat men een jaar op een
kleine wijziging zal moeten wachten.
De Voorziiter antwoordt hierop bevestigend en
zegt, dat het aanleggen van een straat toch in den
Raad komt. Het gaat hier echter over het wegnemen
van een b'ocht, het veranderen van de straal van een
weg. Het is geenszins de bedoeling, zegt spreker, om
te zeggen, we hebben nu de macht in handen, het
Uitbreidingsplan is vastgesteld, morgen veranderen
wij het.
De heer Dr. Droog, Wetliouder, merkt nog op,
dat de tekst van het Woningbesluit letterlijk is over-
genomen in het ontwerp raadsbesluit. Wanneer er op
de redactie iets valt aan te merken, dan is dit geheel
voor rekening van voormeld Woningbesluit, dat hier
de langdurige procedure van de wet omzeilt.
De heer Van der Erf zegt, dat hoewel hij in eerste
instanfie bezwaren had tegen hetgeen onder b van
artikel 11 van heî Woningbesluit stond vermeld, hij,
na de door Burgemeesler en Wethouders gedane
toezeggingen, wanneer dit in de notulen wordt vast-
gelegd. geen bezwaren heeft tegen dit ontwerp-besluit.
De heer Vring merkt op, dat er nu al een groot
verschil blijkt te zijn over dit besluit. Wat de eene
een groote verandering zal noemen, ncemt de andere
een ondergeschikfe wijziging en omgekeerd. Spreker
begrijpt niet, waarin voor Burgemeester en Wethou-
ders de aar.trekk^lijkheid is gelegen om zich verschil-
lende bevoegdheden voor te behouden Wanneer
Burgemeester en Wethouders nu het recht krijgen tot
deze bevoegdheid, gaan zij altijd vrij uit. Overigens
zal de tijdsJuur van beslissing toch hoogstens een
verschil van 14 dagen maken, zegt spreker.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat wanneer de
beslissing aan den Raad wordt gelaien, het een for-
meele procedure wordt, waarin de Oewestelijke Com-
missie gekend moet worden. Er moeten dan adver-
tenties geplaatst worden, openbare bekendmakingen
worden gedaan, ter visie legging enz. Dit alles kan
vermeden worden, zoolang het gaat om kleine onbe-
langrijke wijzigingen. Spreker is dan ook van meening,
dat er geen gemeente is te vinden, die deze zaak
anders regelt. Hij durft verder wel te voorspellen, dat