27 Maart 1930
58
in deze zaak overgebleven en wel deze, dat de Bur-
gemeester beloofd zou hebben zooveel mogelijk
medewerking te verleenen aan de wijziging van de
bouwvergunning, onder mededeeling, dat de bouw-
vergunning nog niet was uitgereikt en wijziging dus
nog mogelijk was. Spreker vraagt, of het nu niet
mogelijk was geweest om van die gelegenheid gebruik
te maken, de bouwvergunning te wijzigen, temeer
waar het een feit is, dat de bouw overeenkomstrg het
verzoek van den heer Selle zeer zeker beter was
geweest.
Voorts brengt spreker nog in herinnering, hoe hij
destijds in een strijd over de bebouwing van de
Camplaan met winkelhuizen het onderspit heeft moeten
delven. Nu hebben Burgemeester en Wethouders wel
toegestaan aan de Zuidzijde van de Camplaan een
woning te verbouwen tot winkelhuis en wel op een
manier dat het bovengedeelte nog gemakkelijk apart
is te verhuren. Spreker weet dan ook pertinent, dat
in een van de woningen aldaar een bovenwoning
apart bewoond wordt. Hoewel hij er niet op tegen
is, dat gelegenheid wordt gegeven voor bovenwoning,
vraagt hij zich toch af, waarom nu in dit geval hier-
toe door Burgemeester en Wethouders wordt mede-
gewerkt.
De heer Jonckbloedt zegt, dat door den hccr
Brouwer een bouwplan is ingediend. Dit bouwplan
voldeed aan de eischen, die door de bouw- en
woningverordening worden gesteld. Burgemeester en
Wethouders hadden dus geen motieven om deze
bouwvergunning te weigeren. Sprekers indruk is dat
de lieer Selle echter niet door middel van een advocaat
had moeten trachten verandering in dit bouwplan te
krijgen. Verder staat in het request van den heer
Selle, dat hem indertijd door de geineentelijke over-
heid mondeling is geweigerd, wat nu aan den heer
Brouwer is toegestaan. De vraag is nu, of dit destijds
is geweigerd. Spreker is van meening, dat de heer
Selle indertijd ook toestemming had moeten krijgen
om overeenkonistig zijn verzoek te bouwen en geen
genoegen had behoeven te nemen met officieuze
mededeelingen van ambtenaren.
De heer Dr. Droog, Wethouder, zegt, dat liet hem
genoegen doet. dat de heer Rijkes in de Commissie
voor Openbare Werken het verzoek van den heer
Selle nader in bespreking zal brengen, d.w.z. de door
adressant voorgestelde wijziging van de bouwveror-