31
24 April 1930
2. De aanleg eener elecfrische insfallatie vanaf den
meter kan geschieden door de Oemeente voor reke
ning van den aanvrager, door den aanvrager zelf,
mits deze naar het oordeel van de Directie van het
Electriciteitsbedrijf voldoende deskundig is, of voor
rekening van den aanvrager door een erkend installa-
teur, zijnde een installateur die naar het oordeel van
de Directie voldoet aan de door Burgemeester en
Wethouders gestelde eischen.
3. Een binnenleiding wordt slechts dan aangeslo-
ten, indien zij voldoet aan de door Burgemeester en
Wethouders vast te stellen voorschriften.
4. De Directie is gehouden aan den aanvrager
kosteloos inlichtingen te verstrekken, die dienstig kun-
nen zijn bij de beoordeeling en uitwerking van de
plannen voor zijn binnenleiding.
5. Voormelde voorschriffen zullen moeten aangeven
de wijze, waarop de binnenleiding moet worden uit-
gevoerd en irihouden de eischen, waaraan de te
bezigen materialen moeten voldoen.
6. Zij zullen verder voorwaarden moeten bevatfen
tot inlevering door of namens den aanvrager van alle
noodig geachte opgaven en teekeningen, vervolgens
de door Burgemeester en Welhouders vast te stellen
eischen aan de erkende installateurs en electrische
installaties en verder bepalingen omtrent het toezicht
dat door de Directie tijdens de werkzaamheden aan
de binnenleiding wordt uitgeoefend en ten slotte
bepalingen omtrent de keuring.
II. De nummering der alinea's 6, 7, 8, 9, 10, 11,
12 en 13 van artikel 12 wordt gewijzigd in 7, 8, 9,
10, 11, 12, 13 en 14.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 24
April 1930.
De Secretaris,
De Voorzitter,