24 April 1930
85
niet het recht te letten op de grootte van het gezin.
En ten slotte nog het volgende.
Door de invoering van een kinderloeslag worden
de loonkosten verhoogd, worden ook de prijzen
verhoogd, met het onverbiddelijke gevolg, dat zeer
vele inwoners der gemeente, die het veel meer noodig
hebben, dan de menschen die eventueel kindertoeslag
zouden ontvangen, meer belasting zullen moeten be-
talen. Spreker zou willen vragen is dat recht.
Om al deze redenen kan en mag hij zijn stem aan
eene evertueele invoering van een klndertoeslag aan
het gemeente-personeel niet geven.
De heer De Boer zou eeist iets willen zeggen over
het dreigement van de heeren Van Unen en Rijkes.
Spreker vindt dit niet zoo leuk. Hij herinnert zich,
hoe het hem eens is overkomen, dat hij bij de stern -
ming over een subsidieaanvrage van de Katholieke
Bewaarschool niet meer wist of ja „voor" of ja „tegen"
was. Dientengevolge bracht hij een verkeerde stem
uit en de subsidie verviel. De Vergadering heeft toen
van die vergissing lekker gebruik gemaakt om die
subsidie er niet door te krijgen en spreker niet meer
de gelegenheid geboden om zijn vergissing te her-
stellen. Voorts wil hij in herinnering brengen, hoe
destijds op verzoek van Mevrouw Bigot is gesproken
over het principe van vacantietoeslag, terwijl ook dat
vraagstuk reeds kort te voren breedvoerig was be-
sproken en de uitslag dus ook wel bekend mocht
worden verondersteld.
Dat sprekers fractie nu toch niet altijd zoo hatelijk
wil zijn, is toch ook wel gebleken, toen eenigen tijd
geleden bij gelegenheid van het openvallen van de
zetel van Mevrouw Bigot in de raadscommissiën, de
Kathoiieken die plaatsen toch wel heel eerlijk verdeeld
liebben, hoewel zij die zetels gemakkelijk hadden
kunnen bezeften. Spreker betreurt het, dat hem de
tijd heeft ontbroken om zich beter <e kunnen prepa-
reeren, omdat de stukken eerst op Paasch-Zaterdag in
zijn bezit kwamen en om nu steeds met oude kost
voor den dag te komen, daar houdt hij nu eenmaal
niet van. Echter heeft de heer Rijkes hem uit zijn tent
gelokt vanwege de z i. heidensche moraal, die in zijn
betoog ligt opgesloten. Wanneer de heer Rijkes be-
weert, dat, waar de gemeente een voorbeeld moet
geven als werkgeefster aan de particuliere werkgevers,
zij het in dit opzicht ook moet geven, terwijl hij
daarop laat volgen, dat de particuliere werkgevers het