24 April 1930 90 gevraagd, zal hij niel aarzelen fe verklaren, dat hij vöör kindertoeslag is. De heer Breed zal op de eerste plaats in het mid- den laten of hij voor of tegen het verleenen van kindertoeslag is. Alleen wil hij dit zeggen, dat het hem spijt, dat de heer Van Unen zoo begonnen is. De heer Van Unen heeft gesprcken over de foutvan een partij en over het opwarmen door de Katholieken van dit zaakje. Hij wil dit ten sterkste tegenspreken. Bovendien, al hadden Burgemeesfer en Wethouders ook voorgesteld om dit adres voor kennisgeving aan fe nemen, dan weet spreker wel zeker dat dit adres niet zoo maar zonder meer was gepasseerd. Het is hem van den heer Van Unen tegengevallen, dat deze een stemming provoceertdit is altijd verkeerd. Overigens is spreker dsar niet bang voor. Ook de heer Rijkes heeft zich hieraan schuldig gemaakt. De woorden van dezen spreker zouden echter wel eens een spoorslag voor de tegenstanders van den kinder- toeslag kunnen zijn, om in voorstanders te veranderen. De heer Dr. Droog, Wethouder, zal niet veel over deze zaak in het midden brengen. Spreker beschouwt loon niet als gewone koopwaartusschen werkgever en werknemer bestaat ook nog een andere band. Wanneer een werknemer met een groot gezin moeilijk door het leven kan komen, dan is het juist, dat de werkgever hem steunt. Spreker wil even overstappen naar Frankrijk. Daar zien we hoe een land langzamerhand wordt ontvolkt. In Frankrijk is het sterftecijfer 12000 hooger dan het geboortecijfer. Spreker zou het wel zeer betreuren, wanneer de Nederlandsche stam dezelfde richting opging en toch, wanneer geen maatregelen worden getroffen, die de achteruitgang van de bevolking remmen, dan gaat het onherroepelijk ook in ons land dezelfde richting uit als in Frankrijk. In België en Frankrijk worden dan ook de groote gezinnen van Overheidswege gesteund door middel van kindertoe- slag. Spreker zou de vergadering met warmtekunnen aanbevelen de artikelen, welke over dit vraagstuk door Ludovique^/zijn geschreven in „l'lllustration". Deze schrijver heeft heel Frankrijk doorgereisd en schreef aan de hand van zijn ondervindingen eenige zeer interessante studies. Wanneer een land geen nakome- lingen heeft, moet het noodzakelijkerwijze ten gronde gaan. Frankrijk heeft haar hoop gevestigd op Bretagne, waar gelukkig nog falrijke gezinnen zîjn en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 18