44
5 juni 1930
ONTEIOENING IN HET BELANG VAN DE
VOLKSHUISVESTING.
Aan den Raad.
Teneinde uitvoering te kunnen geven aan de door
Uwen Raad in zijne vergaderingen van 4 December
1924, no. 117 en 3 October 1929, no. 59, vastgestelde
plannen van uitbreiding, is het noodzakelijk, dat de
gemeente door middel van onteigening de beschikking
verkrijgt over de in diverse kleuren op de voor Uw
leden ter inzage gelegde teekening aangeduide perceelen.
Zooals U uit die (eekening zal blijken, omvat het
eerstbedoelde plan, terreinen, gelegen tusschen de
Koediefslaan en de Adriaan Pauwlaan, terwijl laatst-
bedoeld plan terreinen omsluit, gelegen ten Noorden
van de Cloosterlaan, ten Oosten van den Binnenweg
en Bronsteeweg, ten Zuiden van de Bronsteevaart en
de Westelijke oever van het Spaarne.
Indien de gemeente over die terreinen de beschik-
king verkrijgt, zal voortgang kunnen worden gemaakt
met de bebouwing van het Oostelijk gelegen gedeelte
der gemeente, die zich reeds geruimen tijd uit het
Noorden opdringt, doch tot heden gestuit werd door
het gemis aan den daarvoor benoodigden eigendom.
Voorts kan alsdan tot stand worden gebracht de
thans nog ontbrekende aansluiling van de twee ge-
deelten van de Lanckhorstlaan, gelegen ten Westen
van den Bronsteeweg, zooals op eerstgenoemd uit-
breidingsplan staat aangegeven.
Tengevolge van een en ander zal tevens de zeer
noodzakelijke verbinding kunnen worden gemaakt van
het Noordelijk met het Zuidelijk gelegen gedeelte van
de Heemsteedsche Dreef, zooals deze staat geprojec-
teerd op bijbehoorende kaart.
Met het oog op het vorenstaande, stellen wij U
voor, te besluiten tot voorloopige goedkeuring van
het plan tot onfeigening van bovenbedoelde perceelen
ten name van de gemeente Heemstede, overeenkom-
stig den IVden titel der wet van 28 Augustus 1851,
(Stbl 125).
Een ontwerp-besluit is ter vaststelling hierbij gevoegd.
Heemstede, 21 Mei 1930.
Burgemeester en Wethouders van Heemstede,
J. P. W. van Doorn.
De Secretaris,
N. Vos.