55
10 Juli 1930
fer eene zijde aan de gemeente de verklaring afgeeft,
dat het Rijk de beschikking heeft gekregen over de
in artikel 1 omschreven terreinen.
Artikel 3.
De Oemeenfe verbindt zich om, zonder dat haar
hiervoor vergoeding za! behoeven te worden gegeven
op de in artikel I genoemde terreinen en volgens
aanwijzing van contractant fer eene zijde, de hieronder
genoemde werkzaamheden fe dôen uitvoeren
1. het ophoogen en egaliseeren van het terrein en
het dempen van een gedeelte sloot met bijlevering
van den benoodigden grond
2. het maken van een hauien beschoeiïng langs
het onder 1 bedoelde gedeelte sloot
3. het aanleggen van een voetpad wederzijds op-
gesloten tusschen b.etonbanden
4. het leveren en stellen van de benoodigde straat-
kolken met de voor de afwatering daarvan op de
onder 1 bedoelde sloot benoodigde buisleidingen.
Artikel 4.
De Gemeente verbindt zich om, behoudens de
hiervoor noodige publiekrechtelijke vergunning, welke
zij zich bij deze mede ver'oindt te zijner tijd onder
daarbij fe stellen voorwaarden te zullen aanvaarden,
binnen zes maanden na de dagteekening van deze
overeenkomst de in artikel 3 omschreven werken te
doen aanleggen en om deze werken daarna op hare
kosten te doen onderhouden.
Voor de inneming van Rijksgrond ten behoeve van
deze werken zal de Gemeente geen vergoeding, in
welken vorm ook, behoeven te betalen,
Artikel 5.
Alle kosfen op deze overeenkomst vallende, komen
ten laste van het Rijk.
b. Burgemeester en Wefhouders een crediet te
verleenen groot f 2500.voor uitvoering van de
onder a genoemde overeenkomst.
Gedaan ter openbare raadsvergadering van den 10
Juli 1930.
De Secretaris,
De Voorzitter,