10 Juli 1930
141
na de uitbreiding in 1928 met 2 leslokalen, onvol-
doende functionneert. Spreker zou willen vragen of
hij uit dat woord „vooral" rnoet afleiden dat reeds
in den beginne na den aanleg, deze verwarming niet
goed of althans niet voldoende heeft gefunctionneerd.
Hij heeft omtrent een en ander ter bevoegder plaatse
geïnformeerd en daaruit is hem het volgende gebleken.
De school is in 1924 gebouwd en werd direct voor-
zien van een flinke kelder, terwijl uit die kelder een
schoorsteen werd gebouwd naar den voorgevel.
Blijkbaar heeft dus altijd de bedoeling voorgezeten
om de school van centrale verwarming te voorzien.
De afmetingen van de schoorsteen bedroegen 33 X 33
c M. en 9 Meter hoog vanaf den beganen grond.
Degene, die de centrale verwarming heeft gemonteerd
heeft gezegd „ik zal die verwarming wel aanleggen,
maar zeg bij voorbaat, dat de diameter van de schoor-
steen niet juist is". Deze moet zijn 33 X 44 c M.
Volgens den zegsman van spreker, die vanaf 19/4
iederen dag op school is geweest, heeft deze ver-
warmingsinstallatie nooit goed gefunctionneerd. Spre-
ker vraagt zich af, waar het overleg is gebleven met
dengene die de school heeft gebouwd. Toen is in
1928 de school uitgebreid met 2 leslokalen en is bij
die gelegenheid ook de centrale verwarming uitgebreid
door n.l. de bestaande buisleidingen te verlengen tot
in de nieuwe lokaliteiten. Dat is op zichzelf wel een
goedkoope wijze van veranderen van de inrichting
van een centrale verwarming, maar toch een minder
gelukkige en zeker een niet afdoende methode. Spre-
ker vraagt op wiens aanwijzing deze uitbreiding is
geschied en waarom bij die gelegenheid niet tevens
de schoorsteen onder handen is genomen. Na de
uit'oreiding moesten de capaciteiten van de schoorsteen
nafuurlijk nog grooter zijn en was bij eenigen wind
de neerslag met daaraan verbonden nadeelige gevoi-
gen in de klaslokalen zeer goed mogelijk. Spreker
zou den Wethouder van Openbare Werken gaarne
willen laten uitmaken welke resultaten kooloxyde
gassen, die daardoor kunnen ontstaan, in een scnool
kunnen sorteeren. Er zijn dan ook ontegenzeggelijk
fouten gemaakt en nu acht hij het niet juist om die
fouten op kosten van de gemeentekas te verhalen.
Spreker zag gaarne, dal die fouten terst eens onder
zocht werden en zoo de schuld bij het schoolbestuur
schuilt, hoort dit bestuur voor de kosten aansprakelijk
te worden gesteld. VolledigheiJshalve wil spreker nog