31 Juli 1930
163
patiënten aangewezen zijn op het Burgerlijk Armbestuur.
Op de derde plaats heeft spreker bezwaar tegen de
laatste alinea van het praeadvies, waar staat geschre-
ven In verband met een en ander willen wij de hulp
in gezinnen met t.b.c. patiënten vanaf 1 Januari 1931
geheel toevertrouwen aan het Burgerlijk Armbestuur".
Huisverzorging is hulpBurgerlijk Armbestuur is
bedeeling. Spreker vindt het niet juist, dat t b.c.
pafienten zijn aangewezen op het Burgerlijk Aimbe-
stuur, omdat in dat geval de hulpverleening het
karakter gaat krijgen van bedeeling. Ook acht hij
dit niet juist, omdat momenteel de reorganisatie van
het Burgerlijk Armbesfuur in bewerking is en zou
het toch in ieder geval beter zijn otn deze reorgani
satieplannen af te wachten.
De heer Audretsch is het geheel eens met den
heer Rijkes, dat de t.b.c. patienten niet mogen worden
aangewezen op Iret Burgerlijk Armbestuur. Ook spre-
ker is van nteening, dat het aanbeveling verdient om
de reorganisatieplannen van het Burgerlijk Armbestuur
af te wachten.
De heer Va/z der Erf is van meening, dat het
geopperde bezwaar ineens ondervangen is, door de
naam Burgerlijk Armbestuur te veranderen in „Maat-
schappelijk Hulpbetoon", omdat het tenslotte om den
naam gaat.
De heer Dr. Droog, Wethouder, is van meening,
dat de naam er niet zooveel aan toe doet. Men zou
evenwel aan de woorden Burgerlijk Armbestuur kun-
nen toevoegen „c. q. Maatschappelijk Hulpbetoon". Ver-
volgens kan spreker nog mededeelen, dat door de
afd. Heemstede van „Het Witte Kruis" wel degelijk
werk is gemaakt om een verhoogde subsidie van het
Hoofdbestuur fe verkrijgen. Hij betwijfelt echter of
dit wel iets zal uithalen. Op de begrooting van „Het
Witte Kruis" sfaat een subsidiepost voor de onder-
afdeelingen van f 500.en nu meent spreker wel,
dat wanneer van een verhoogde subsidie sprake zal
zijn er nog wel andere gemeenten zullen zijn, die
daarvoor eerder aan de beurt komen dan Heemstede.
Vervolgens zegt spreker, is gevraagd om een gedeelte
van de subsidie te besteden voor die t.b.c. patienten,
die langer dan zes weken hulp behoeven. Dit zou
echter groofe financieele moeilijkheden met zich mede
brengen. De provincie verleent n I. een bijdrage van
cent per inwoner, hetgeen in totaal een bedrag
beteekent van f 1050.—, evenwel onder voorwaarde,