21 Augusfus ÎQ30 180 het in deze gemeente niet gemakkelijk is om aan te geven waar de categorie arbeiders ophoudt. Be heer Audretsch merkt op, dat z.i. de grensgevallen geen moeiiijkheden behoeven op te leveren, aangezien de gemeente toch altijd het heft in handen heeft. Wanneer iemand op de grens komt van kindertoeslag, Qän zou door salariovsrlioo^in^ hst nadosl kunncn worden hersteld. Spreker zegt principieel tegen kinder- toeslag te zijn en al zou er misschien iets te zeggen zijn voor toeslag op de lagere inkomens, dan blijft het toch wel wat gek om dit ook aan de hoogere inkomens, uit te betalen. De Voorzittervervolgens de verschillende sprekers beantwoordende zegt, dat Burgemeester en Wethou- ders wel een verschil willen maken tusschen de ver- schillende groepen. Hun voorstel is gebaseerd op het werkelijke leven, waarin een ambtenaar het ongetwij- feid moeilijker en duurder heeft dan een werkman. Hen lager inkomen is door verschillende gemeentelijke bepalmgen minder belast dan een hooger inkomen. Tusschen de sociale posities van beide categoriën moet wel degelijk verschil worden gemaakt en men kan on- mogelijk wegnemen dat de eene categorie in geheel andere levensomstandigheden verkeert dan de andere categorie. Spreker wijst in verband hiermede op het onderwijs dat de kinderen van beide groepen vol.gen en op ^e studies van de kinderen van een ambtenaar als regel uitgebreider en langduriger zijn dan de studie van een kind van een werkman. Daar- door zullen de eigen verdiensten van de kinderen uit het gezin van een ambtenaar ook later binnenkomen dan van de kinderen uit het gezin van den werkman. üverigens, zegt spreker, is het verschil tusschen het voorstel van Burgemeester en Wethouders en het amendement van den heer Jonckbloedt in werkelijk- heid niet zoo groot, Door echter een limiet te stellen, meenen Burgemeester en Wethouders in strijd te ko- men met het beginsel van kindertoeslag. Aanvaardt men eenmaal 'het beginsel kindertoeslag, dan moet men dit ook zoo zuiver mogelijk doorvoeren. Spreker wil dan ook ontraden om bij> een bepaalde grens met het verleenen van kindertoeslag op te hou- den Nog onjuister vond hij het idee van den heer Audretsch, die Burgemeester en Wethouders er een mouw aan zou willen laten passen om iemand, die door de regeling van den kindertoeslag, zooals hij, die voorstelde, gedupeerd zou worden, te helpen, Dit zou

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 12