21 Augusfus 1930
188
de toestand, wat de veilig'heid van verkeer betreft niet
verslechterd zou zijn geworden.
Tenslotte wat de bewering, dat rekening dient te
worden gehouden met de mogelijkheid dat daar ter
plaatse een zijstraat komt nu uitstaande heeft met het
al ot met op de rooilijn bouwen is hem tot nog toe
een vraagteeken.
Spieker zegt nogmaals dat het 't goed recht van het
Oemeentebestuur is zich tegen het plan van bebouwing
te verzetten, maar wat het eigendomsrecht van den
grond betreft, meende hij goed te doen, mede in ver-
band met eventueel te plaatsen afscheidingen, er op
W1)zen, dat net niet afscheiden van eigendom geens-
den mïlOU ^at tlet c'aarom openbaren weg is gewor-
De heer Dr Droog, Wethouder, zou hierop even
willen opmerken, dat in het prae-advies van Burge-
meester en ethouders de eigendomskwestie niet
wordt aangeroerd Vervolgens zegt spreker, dat
Burgemeester en Wethouders niet verantwoordelijk
zpn voor de rapporten, die door ambtenaren worden
uit ebracht, hoewel hij daarmede in het geheel niet
wii toegeven, dat Burgemeester en Wethouders niet
juist achten, wat het Hoofd van den Dienst van
upenbare Werken terzake heeft gerapporteerd.
15 uovenúien ook zeer te loven, dat een ambte-
naar opkomt voor de belangen van de gemeente.
opreker zal met verder ingaan op het juridisch be-
öo^L van den heer Jonckbloedt, aangezien hij geen
jurist is. Hij is echter van meening, dat wel eenig
misverstand în het betoog van den heer Jonckbloedt
SC uilt, doch hoe dit ook zij, het is een kwestie, die
door mmnehjk overleg is op te lossen. Spreker wil
hieraan nog toevoegen, dat deze bouwaanvrage niet
îs atgestuit op de betaling van recognitie, terwijl hij
er op wijst, dat er verschillende andere stukjes grond
voor 00 Bavo liggen, waarvoor aan de gemeente
reccgnitie betaald wordt.
De hesrJonckbloedtzegt, het rapport van het Hoofd
van den Dienst van Openbare 'Werken als niet juist
vVT611 heschouwen- Spreker merkt op, dat 'hij het
recht heeft om tegen dat ambtelijk stuk te protes-
teeren. AIs men zwijgt, stemt men toe, daaruit voltft
dat Burgemeester en Wethouders het eens
waren met het rapport van het Hoofd van den Dierst
van Openbare Werken. Spr. wil deze kwestie dan
°ok niet Iaten rusten.