21 Augustus 1930
173
peisoneele belasting, die een soort welstands- of
verteringsbelasting is te noemen, wel in behoorlijke
mate moest worden betaald, Wanneer de heer Van
der Erf echter opmerkt, dat de personeele belasting
onbillijk is voor de arbeiders en middenstanders,
acht spreker dit niet heelemaal volledig, want de
personeele belasting, drukt op de groote gezinnen
uit alle klassen. Hiertoe werken de versc'hillende
gronds'iagen van de personeele belasting mede, zoo-
als bijv, de grootere huizen, die de groote gezinnen
moeten betrekken. Dit geldt echter niet uitsluitend
voor de arbeiders en de middenstanders. Spreker
zegt, dat de heer Van der Erf in de Financieele
Commissie gesproken heeft over den middenstand,
die de nadeelen van deze nieuwe regeling zou onder-
vinden. Naar aanleiding daarvan is een staatje op-
gemaakt van 29 middenstanders, waaruit gebleken
is, dat 90% van. deze nieuwe belasting ging pro-
fiteeren. Spreker wil hieraan nog toevoegen dat ten-
gevoige van de nieuwe classificatie verschillende
middenstanders en kleinere categoriën en vooral de
heele kleine monschjes, die onder de oude regeling
nog betaalden, thans rdets meer behoeven te betalen.
Hij noemt dit zeer belangri/k ten opzichte van het
feit, dat de grootere inkomens bij de lotale belasting-
wijziging meer hebben te betalen.
De heer Van Unen zegt, dat de Financieele Com-
missie niet tot deze opcentenheffing heeft ge-
adviseerd, omdat zij dit zoo dolgraag deed, doch om-
dat het geld er moet zijn: In eerste instantie wilde
een gedeelte van die Commissie de Personeele Be-
lasting laten in de gedaante, waarin 'zij was en een
ander gedeelte kon wel meegaan met het voorstel van
Burgemeester en Wethouders, Hoe meer echter ge-
tornd wordt aan den eenen kant, des te meer moet
er aan den anderen kant worden opgebracht i.c, ver-
hooging van de opcenten op de fondsbelasting. Na
vele be.sprekingen met Burgemeester en Wet'houders
is ten slotte een compromis gevonden; sommige leden
hadden het nog wel wat minder willen hebben, an-
deren wilden nog een stapje verder gaan, terwijl een
lid van de Financieele Commissie, die zich nu als zoo-
danig al bekend heeft gemaakt bleef vasthouden aan
60 opcenten. Tenslotte zijn de verschillende mee-
ningen toch niet meer zoo erg uiteenloopend en voor
hen die nu onder de vrijstelling vallen maakt het niets
uit/df hct 0 1 60 of 0 1 65 io. In ieder geval is het