25 September 1930 207 over kwam en de bemiddeling van Gedeputeerde Staten werd ingeroepen, zou er dan iemand bier zijn, die zou zeggen ,,B. en W. moeten zorgen, dat die geluen niet behoeven te worden uitgekeerd"? Deze gevallen lijken toch anders wel buitengewoon veel op e'.kaar, zegt spreker. Nu zoekt men naar een gaatje in de wet, waardoor men aan de betaling kan ont- komen. Lredeputeerde Staten hebben toch duidelijk genoeg gesproken, maar, zegt de Voorzitter zich weer op zijn wetsuitlegging grondende, ,,aanschaffing is geen instandhouding", Artikel 101 slaat echter op arti- kel 55 en in dat artikel wordt zeer duidelijk gesproken over aanschaffing van leermiddelen. Nog een reden, waarom hier het woord ,,aanschaf- fing" in de wet staat. is deze. Een gemeentebestuur kan in een bepaald jaar op een goedkoope wijze aan boeken komen, dan krijgt het schoolbestuur daarvoor in het volgend jaar niets, als de openbare school dan niets noodig heeft en moet het in dat jaar het meerdere weer zelf 'betalen. Nu merkt de heer Kwak wel op, dat hij het niet goed zou vinden, indien het volie 'bedrag werd toegestaan, maar dat wordt ook niet ge- geven, want de bijzondere school krijgt nooit meer, dan zij in werkelijkheid heeft uitgegeven. De restitu- tie gaat niet verder dan de door Burgemeester en Wethouders goedgekeurde uitgaven. Van dubbele be- taling is dus geen sprake; men krijgt alleen betaald wat men heeft uitgegeven en geen cent meer. Spreker blijft dan ook bij zijn meening, dat het standpunt van Burgemeester en Wethouders niet royaal is en kan niet inzien dat, indien de billijkheid wordt aangevoeld, men het geld niec wil geven. Wat de beslissing van „de Kroon" betreft, waarover de heer Rijkes sprak; t is niet onmogelijk, dat die, ook op formeele gronden, weer ten nadeele van het schoolbestuur uitvalt. De Voorzitter is het met den Wethouder Dr. Droog eens, dat niets het Gemeentebstuur zal beletten om het Burgerlijk Arm'bestuur die gelden terug te be- talen, waarmede het zijn begrooting heeft overschre- den, indien die extra uitgaven onder goedkeuring van Burgemeester en Wethouders zijn geschied. Doch in het onderwerpelijke geval zijn bepaalde wettelijke verplichtingen omtrent de uitbetalmg gesteld en daarin zijn Burgemeester en Wethouders dus niet vrij, dat mo 'en zij dus niet. Burgemeester en Wethouders zou- den het graag willen, de heer Van der Erf heeft dat verkeerd begrepen, toen spreker zeide, dat hij het graag wilde brengen, doch hij meende dit niet te mogen

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 15