25 September 1930
219
aangeraakt. Het gaat hier echter alleen over het uit-
breidingsplan. Over de kwestie van den eigendom is
advies ingewonnen bij Mr. Deemik, die, men kan
het uit de stukken, die -ter visie hebben gelegen, de
Bavo in het gelijk stelt. Ook volgens het Kadaster
is die betwiste grond eigendom van. de Bavo. Spreker
komt dan terug op het feit dat de aanleg van dien,
weg een belang is van den heer Van der Eyken
en niet een belang van de gemeer.tte. Niemand i.s
destijds op het idee gekomen om daar een weg te
projecteeren; het laantje, wat toegang geeft tot het
huis van den heer Van dcr Eijken is geen motief om
dien weg nu maar op het uitbreidingsplan te brengen.
Toem de heer Van der Eijken zijn huis daar liet
hûuwen, heeft hij over dien. weg niet gedacht. Wat
betreft de bezwaren, die de Wethouder Dr. Droog
opnoemde over den weg die ten Oosten van de
Bavo is geprojecteerd zegt spreker, dat hij die kan
deelen, doch bezwaren zijn er nu eenmaal om op-
gelost te worden. Indien iemands belangen gediend
moeten worien ten koste van de belangen van een
ander, dan noemt hij dit een onbillilkheid. Het gaat
hier om het persoonlijk belang van den heer Van
der Eijken. Wanneer daar een straat geprojecteerd
gaat worden, dan kan de Bavo niet meer bouwen.
Daar komt nog bij, dat die straat er niet eens komt.
De eigenaar van dien grond is bij spreker geweest,
doch vroeg zulk een belachelijk hoog bedrag, dat
verdere onderhandelingen bij voorbaat waren uit-
gesloten, Spreker heeft dien vraagprijs echter nog
besproken met de Regenten van, Huize St. Bavo, die
daarop hebben gezegd, dat zij den grond voor geen
enkelen prijs konden verkoopen.
De heer Äudretsch zegt, dat er hier iets is, wat niet
duidelijk is. In de laatste vergadering is de vergun-
ning feitelijk blijven hokken op het feit, dat de be-
twiste grond door een hekje zou worden afgezet.
Wanneer de Bavo op dat oogemblik gezegd zou heb-
ben ,,goed, neem dat stukje grond maar", dan had
zij de vergunning gekregen. Daarin Iigt nu juist de
onbillijkheid, want nu krijgt de Bavo niet alleen niet
meer de ontheffing om op een afstand van 1,70 M.
te bouwen, maar bovendien wil men nu een servi-
tuut op haar grord leggen. Daar komt nog bij, dat
Burgemeester en Wethouders toch al wisten, dat er
sprake was van een straat. Wanneer de Bavo nu
wordt vrijgemaakt van dien cntworpen weg, dan