25 September 1930
220
'Staan partijen weer vrij tegenover elkaar en dat lijkt
sprckcr momenteel de beste oplossing.
De heer Kwak zegt, dat hij in de vorige vergadering
heeft opgemerkt, toen er sprake was van den aanleg
van een straat, dat men in dit geval een rechten hoek
moest maken en dan de Bavo vergunning kon ver-
leenen om op 1.70 M. te bouwen. Daarom heeft spreker
zich nu erg over dit voorstel verwonderd, nu na het
officieële verzoek van den heer Van der Eijken, de
Bavo plotseling niets meer krijgt,
De heer Rijkes zegt nog geen antwoord te hehben
gekregen op zijn vraag of het onmogelijk is om dien
weg aan te leggen, indien het Bestuur van de Bavo
den benoodigden grond niet wil verkoopen.
De heer Dr. Droog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat de heer Rijkes thans een pertinente vraag stelt.
Nu acht spreker die vraag echter niet goed gesteld.
Het is dan ook niet mogelijk daarop een antwoord
te geven. In ied§r geval denkt het tegenwoordige Be-
stuur van, de Bavo er niet over, maar een later Bestuur
denkt er misschien weer anders over. Burgemeester en
Wethouders moeten echter vooruit zien. Zij willen
dan ook de mogelijkheid openen dat die weg er later
kpmt en dan moet men zich niet al te veel storen aan
de belan^en van de particulieren. Spreker ziet het nu
aan de Heemsteedsche Dreef hoe moeilijk het is, om
ergens een weg' doote krijc'en. Hij laat zich echter
bij die zaken uitsluitcnd leiden door het algemeen
belang, dat hier eischt, dat er een voldoende aantal
verbindingswegen tusschen Kerklaan en van Merlen-
laan komen. Verder, zegt spreker, heeft de oeer
Audretsch opgemerkt, dat er de vorige keer bijna is
goedgevonden dat de Bavo op 1.70 M. zou bouwen.
Maar, zegt spreker. toen heeft de Raad aan Burge-
meester en Wethouders opgedragen om eerst nog eens
te onderzoeken of er misschien een straat zou komen.
Indien die opdracht niet was verstrekt, dan waren
Burgemeester en Wethouders niet van standpunt ver-
anderd. De kwesties, die onderling bestaan, laten
Burgemeester en Wethouders koud en men kan er
toch niet aan gaan beginnen om den een boven den
ander te gaan bevoordeelen. Dan is er verder nog iets
gezegd over het hetwiste stukje grond. Het advies,
daaromtrent uitgebracht door den rechtskundige raads-
man, was niet in het voordeel van de gemeente merkte
de heer Jonckbloedt op. Burgemeester en Wethouders
hebben echter ook nog eigen oogen en hebben alle
reden om hier aan te nemen, dat die grond openbaren