25 September 1930
221
weg is. Als men verder nog opmerkt dat in eerste
inslantie die weg niet zoo op den voorgrond is ge-
schoven bij de beoordeeling van den bouwaanvrage
van de Bavo, dan wil spr. opmerken, dat men niet kan
verwachten, dat Burgemeester en Wethouders altijd
alles ineens weten. Men mag toch ook zijn fouten ver-
beteren. Indien dan achteraf gemeend wordt, dat een
weg daar noodig is, dan hebben Burgemeester en Wet-
houders het volste recht, dat alsnog voor te stellen.
De heer Van Unen zegt, dat hij zijn stem nog niet
bepaald had, toen hij hedenavond naar de vergadering
ging, omdat hij over deze kwestie nog niet alles wist
iNu spreker echter alles heeft gehoord en verwerkt,
is hij vöôr het voorstel van Burgemeester en Wethou-
ders. Spreker heeft van den Wethouder gehoord, dat
men de Bavo geen onrecht wil doen doch ook een ander
geen onrecht mag doen. Als hij dan bovendien heeft
gehoord, dat het het goede recht van aanvrager is om
over zijn verzoek eerst advies in te laten winnen- bij
den ontwerper van het uitbreidingsplan, dan is het toch
inderdaad niet juist om hier in dit geval, een andere
houding aan te nemen, Er wordt nu toch niets anders
voorgesteld, dan advies in te winnen van Ir. Cuypers
en misschien zegt deze adviseur wel ,,doe het niet". In
dat geval kan men toch niet anders van Burgemeester
en Wethouders verwachten, dan dat ze al'sdan in dien
géest zullen adviseeren. Er mag echter geen onrecht
worden gedaan aan den heer van der Eijken en even-
min is het juist om vooruit te loopen op het advies
van Ir. Cuypers. Spreker acht het voorstel van Burge-
meester en Wethouders de eenig juiste oplossing,
aangezien het aan beide partijen geeft, waar zij recht
op hebben,
De heer De Boer zegt, ook langen tijd in tweestrijd
te hebben verkeerd over zijn stem. Spreker merkt op,
dat indien deze nieuwe weg op het uit'brsidingsplan
wordt geprojecteerd, die andere weg, daar welke bij
de sloot is geprojecteerd dus blijft bestaan, anders
zouden die menschen weer gedupeerd zijn. Ten aanzien
van de vraag van den heer Rijkes, of de nieuwe weg
er nooit zal komen, wanneer de Bavo den benoodigden
grond daartoe niet afstaat, zou spreker willen opmer-
ken, dat hij zoo juist vernomen heeft, dat er tusschen
partijen toch al eens gesproken is, Misschien zal de
Bavo toch wel eens zwichten en dan moet toch eerlijk-
heidshalve worden toegegeven, dat de heer Van der
Eijken al komt hij misschien wat ontijdig met zijn ver-
zoek, toch ook zijn recht heeft.