25 September 1930 194
13. Vasfstelling kohieren Plaatselïjke Inkomstenbe-
lasting
14. Ontheffing kohieren Plaatselijke Inkomstenbe-
lasting.
De Voorziiter opent de Vergadering op de gebrui-
kelijke wijze en houdt daarna de volgende rede
„Pijnlijk zal ook U als mij getroffen hebben het
doodsbericht van den heer Breed, die ontvallen is aan
zijn dierbaar gezin, vrienden en verwanten, aan de
vele instellingen, waaraan hij met liefde verbonden
was en ook aan onzen Raad. Zij die niet gelooven
konden aan zijn spoedigen en onverwachten dood,
zien thans hier aan de ooen plaats. dat de heer Breed'
niet meer tot de onzen behoort.
Dat deze plaats open is, is daaronr zoo treffend,
omdat de heer Breed, die op 2 September 1919 in
deze Vergadering zijn intrede deed, sindsdien van de
127 vergaderingen, die tot op heden volgden, slechts
één vergadeting heeft gemist, als gevolg van een
ongeluk dat hem was overkomen bij het uitstappen
uit de tram. Dit gefuigt we! van groote plichtsbetrach-
ting en toewijding, hetgeen wij toeschrijven-aan de
groote ijver en de liefde, die de heer Breed voor de
gemeente had. Hij was een Heemsteder van den ouden
stempel, vaslgehecht aan alles wat Heemstede was.
Hij hield van Oud Heemstede, doch had tevens een
open oog en zijn volle belangstelling voor Nieuw-
Heemstede. Hiervan gaf hij blijk in zijn functie als
lid van den Raad en in andere functies, die uit dit
raadslidmaalschap voorfvloeiden. In 1919 werd hij
gekozen tot lid van de Financieele Commissie, in
1920 volgde zijn benoeming tot Voorzitter van die
Commissie, welke functie hij tot 1927 bekleedde. In
1920 werd hij tevens gekozen tot lid van de Com-
missie voor de Bedrijven en tot den dag van gisteren
vervulde hij dit lidmaatschap, met belangstelling alles
volgende wat de Bedrijven betrof. Ook trad hij de
laatste jaren als Voorzitter van de Commissie voor de
Bezwaarschriften tegen den Hoofdelijken Omslag op
en in al die functies leerden wij hem kennen als een
goed en ijverig raadslid Al zei de heer Breed in
deze vergadering niet veel, wanneer hij iets zei, dan
was het raak en mocht de eersle indruk misschien
wat pijnlijk zijn, wij wisfen dat dit alles voortkwam
uit zijn goed harf, zijn nog jeugdig enthousiasme en