25 September 1930
222
De heer Van der Erf zegt, dat de Wethouder Dr.
Droog zoo juist heeft opgemerkt, dat het algemeen
belang vordert, dat er zijwegen komen in de Kerklaan.
Maar hoeveel, vraagt spreker zich af, 4, 5, of 6? Naar
zijn meening is 3 al voldoende. Het gaat hier nu om 75
Meter ten oosten of ten westen, Spreker heeft nu
achteraf gehoord dat die andere weg naast de sloot
zal blijven, doch misschien zal' er nu straks weer een
voorstel komen om dien te laten vervallen. De vraag
is nu maar of het algemeen belang vordert, dat er 3
of 4 wegen komen; het eigen belang moet hier buiten
beschouwing blijven. Spreker heeft evenwel nog niet
vernomen, dat het gemeentebelang vraagt, dat die weg,
welke nu wordt aangevraagd, er komt.
De Voorzitter merkt op, dat men eigenlijk bezig is
van een mug een olifamt te maken; men maakt zich
wcikelijk onnoodig ongerust. Het eenige wat hier
momenteel wordt voorgestekf is, om het adres van
den heer Van der Eijken in haniden van den heer
Cuypers te stellen en hierdoor wordt de beslissing
op het verzoek van de Bavo uitgesteld. Dit laat-
®te kan toch geen groote bezwaren opleveren, aan-
gezien er in de vorige vergadering van de zijde van
Huize Sint Bavo toch is opgemerkt, dat men voor-
'oopig nog niet gaat bouwen. Er wordt hier dus niets
anders voorgesteld, dan wat steeds in dergelijke ge-
vallen geschiedt. De heer Van der Erf ziet al symp-
tonen van het verdwijnen van den geprojecteerden
weg langs de vaart doch spreker zou toch willen
adviseeren om hiermede niet te vlug te zijn.
De heer Jonckbloedt zegt, dat de Voorzitter zich
heeft afgevraagd wat er gebeurt, wanneer die weg
daar komt. Spreker zou daar op willen antwoorden,
dat de Bavo dan niet kan bouwen.
De Voorzitter merkt hiertegen op, dat nu nog niet
beslist wordt of de weg er al of niet zal komen. Het
gaat nu slechts over het inwinnen van een advies en
daarna komt de beslissing pas.
De heer Jonckbloedt merkt op, dat wanneer de heer
Cuypers dit plan bekijkt, hij misschien zal zeggen
,,nu, dat ziet er zoo kwaad nog niet uit".
De Voorzitter antwoordt hierop, dat de heer Cuypers
deze zaak zeker zeer ernstig zal bekijken en zijn
advies ongetwijfeld goed zal overwegen.
De heer Van der Erf mer'kt nog op dat de Voorzitter
een verkeerde conclusie heeft getrokken uit spreker's
woorden over het afvoeren van het uitbreidings-