25 September 1930
201
bestuur de meerdere kosten zelt betalen en heeft geen
verrekening plaats in een volgende periode. Nu zal
men zeggen, dan moet het schoolbestuur maar op-
passen, dat het niet te veel besteedt, maar in 1930
weet men pas, wat voor de openbare scholen in 1927
is besteed. Schilderwerk en dergelijke kan men toch
ook niet altijd zetfen op den tijd dien men zelf
wenscht; men is daarbij dikwijls gebonden aan de
noodzakelijkheid. Nu wordt in art. 101, dat over de
instandhouding spreekt, verwezen naar een ander
artikel in de Lager Onderwijswet en wel artikel 55.
Volgens dat artikel kan een zekere compensatie wor-
den verleend, doordat de bijzondere scholen niet
alleen in rekening mogen brengen de kosten door de
openbare school besteed voor het onderhouden van
de schoolmeubelen, doch wat de schoolboeken, leer-
middelen en schoolbehoeften betreft, ook de kosten
voor het aanschaffen. Deze kapitaalsuitgave is expres
in de wet opgenomen, opdat op die manier eenige
restitutie kan worden gegeven aan de bes'uren van
bijzondere scholen voor hetgeen hun anderzijds tekort
wordt gedaan. Nu behoeft men geen angst te hebben
dat op die manier aan de bijzondere scholen te veel
zal worden uitbetaald, want al zijn de aanschaffings-
kosten van de Openbare Lagere School nog zoo
hoog, de Biizondere Scholen krijgen nooit meer uit-
betaald, dan hetgeen door Burgemeester en Wethou-
ders voor aanschaffing is toegestaan. Men zou anders
kunnen denken dat de Bijzondere Scholen zoo maar
raak kunnen uitgeven en dan hun rekening maar aan
het gemeentebestuur konden indienen. Spreker zou
een vergelijking willen maken met het Armbestuur,
onder wiens zorgen onze armen zich bevinden, zoo-
als de schoolbesturen de zorg hebben over onze
kinderen ik veronderstel daarbij, dat alle Heemsteed-
sche kinderen gelijkelijk aanspraak op onze zorghebben.
Veronderstel nu, dat men ten aanzien van dat Arm-
hesfuur zei „gij hebt in 1927 meer uilgegeven, dan
waarop ge recht hebt, betaal nu echter dat overschot
uit eigen zak of bedel het maar bij elkaar". Als het
Armbestuur op die manier maar moest zien aan zijn
geld te komen, zou dat toch zeker mopperen veroor-
zaken. Dat zou spreker dan ook absoluut minder-
waardig achten. Het schoolbestuur heeft nu een beroep
gedaan op Gedeputeerde Staten. Gedeputeerde Staten
hebben het schoolbestuur gelijk gegeven en nu kan
spreker zicli toch niet voorstellen, dat, waar in het