90
27 November 1930.
VERZEKERING TEGEN WETTELIJKE
AANSPRAKELIJKHEID.
Aan den Raad.
Reed^ eenigen tijd is bij ons College in overweging
het sluiten van eene verzekering voor de gemeente
inclusief alle gemeente-bedrijven tegen de gevolgen
van wettelijke aansprakelijkheid, weike voort kan
vloeien uit het bepaalde in de artikelen 1401 tot en
met 1407 van het Burgerlijk Wetboek. Deze verzeke-
ring zou ook moeten dekken de wettelijke aanspra-
kelijkheid der gemeente, ingeval deze eene onrecht-
matige daad zou plegen door bij de vervulling van
haar overheidstaak de rechtsplicht niet na te komen
en daarbij eenig wettelijk voorschrift niet eerbiedigend
uit dien hoofde voor vergoeding van de daardoor
veroorzaakte schade zou worden aangesproken. Welis-
waar is het tot nu toe slechts enkele malen voorge-
komen, dat de gemeente voor schade werd aange-
sproken en beliepen dit geringe bedragen, doch wij
zijn van meening dat de gemeente tegen eventueele
grootere risico's gedekt behoort te zijn.
Om tot dit doel te geraken hebben wij van ver-
schillende Verzekerings-Maatschappijen en Assuradeuren
premie-opgave gevraagd. Bij de beoordeeling van de
ingekomen aanbiedingen is ons gebleken dat die van
„De Nieuwe Eerste Nederlandsche", gevestigd te
's-Gravenhage, de meest voordeelige is. Deze Maat-
schappij is bereid de verzekering te sluiten tegen eene
premie van f 110 - per jaar, welke tot f 88.per
jaar wordt teruggebracht wanneer de verzekering voor
5 jaren wordt gesloten. Als maximum schadevergoe-
ding zal in de polis worden genoemd f 50.000.per
persoon, f 100.000.per ongeval en f5000.mate-
rieele schade, terwijl bij een eventueele aansprakelijk-
heid van de gemeente wegens het plegen van eene
onrechtmatige daad de schade tot maximum f 10.000.
zal worden vergoed.
Meerdere gemeenten hebben eene soortgelijke ver-
zekering bij deze Maatschappij gesloten. Uit ontvangen
inlichtingen van enkele gemeentebesturen is ons ge-
bleken, dat de genoemde Maatschappij de polisvoor-
waarden coulant nakomt.