99
18 December 1930
2e WIJZIGING VAN DE VERORDENING OP DE
HEFFING VAN RECHTEN WEGENS HET
GEBRUIK DER ALGEMEENE BEGRAAFPLAATS
VAN DE GEMEENTE HEEMSTEDE.
Aan den Raad.
In een van Uwe laatste vergaderingen werd de wen-
schelijkheid betoogd om over te gaan tot herziening
van de Verordening op de heffing van begraafrechten
in deze gemeente, Naar aanleiding daarvan is een
onderzoek ingesteld en gebleken dat de rechten, welke
alhier worden geheven belangrijk lager zijn dan die,
welke in aangrenzende gemeenten verschuldigd zijn.
Wij meenen echter dat deze omstandigheid alleen geen
voldoende reden geeft tot verhooging der rechten.
T'och zijn wij van oordeel dat verhooging aanbeveling
verdient, mits dan tevens gelegenheid wordt gegeven
om voor elke begrafenis kosteloos van de aula gebruik
te maken.
Thans, nu voor de aula een afzonderlijk recht ver-
schuldigd is, wordt daarvan slechts enkele malen per
jaar gebruik gemaakt. Voor een groot deel zal dit
moeten worden toegeschreven aan het heffen van het
bhkomend recht, doch meermalen kwam het voor, dat
de nabestaanden meenden dat bevoegdheid tot gebruik
van de aula werd verkregen door het betalen van het
gewone recht van begraven Vooral bij slecht weer gaf
dit groot ongerief voor nabestaanden en belangstel-
lenden.
Wordt nu voor het gebruik van de aula geen afzon-
derlijk recht meer geheven dan bestaat er alle aan-
leiding om tot eene herziening van de rechten wegens
het gebruik van de algemeene begraafplaats over te
gaan,
Wij stellen U daarom voor de verordening te wijzi-
gen als in bijgevoegd ontwerp-beslúit is aangegeven.
Tevens is van deze gelegenheid gebruikt gemaakt
om de klasse-indeeling bij het begraven in het alge-
meene vak te doen vervallen omdat in de praktijk is
gebleken dat deze indeeling overbodig is.