rerhlVCäope°ndC" hCCr RiikCS <CC" Éra'rUi",lC 18 December 1930 280 plechtig. Wanneer de kist nu bijvoorbeeld hoel scheef naar beneden moest zakken, dan was het J 'f anders, maar daar is geen sprake van. 2fi0 L," f,!J" dat een grafruimte van 1.30 bij van 2 hü M T dan is een afmeting van z bij o M, nog mooier. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, betoogt no^- ™!rein meme! "f We'S.terveId vanwege het glooiende terrein meer grafruimte noodig heeft. De bovenkant moei; dan grooter zijn dan de onderkant Mevrouw de Voogt vraagt of men bij aanneming st£n V°0rZÜter antwoordt hierop, dat dit blijft be- sle?hfhT Riikes^1 oogmaals dat dit bijkoopen bhk w 1 urrf1S'^erlVraagt °P 6en é*éeven oogen- 1 U ,lste klas begraven worden". Zoo ja dan noemt men het daarvoor vastgesteld bedrag en' dan wordt misschien van 1 op de 20 gevatlen gevraagd of men grafrmmte bij wil koopen S De Voorzitter merkt op, dat de heer Rijkes het doet voorkomen of men er nu invliegt. Maar, daar is toch geen sprake van. In de praktijk zal men zich ter plaatse begeven en een graf uitzoeken. Daarbü kiikt men vanzelf eens naar de beplanting en maakt dan vliegenPr toch geen sprake van in' De heer Dr. Droog, Wethouder, merkt op, dat het kerkhof gauw vol zal zijn, wanneer men ds regd zooveel meer ruimte neemt. De heer Van Unen zegt voren te wTTT h!erbi' niet zon naan voren te w.llen brengen, maar de vergrooting van noenfen H ?n 1 T bepaald ^Lom'Jh te noemen Het zal al met gemakkelijk zijn om zoo mcens grond beschikbaar te stellen voor de vergroo- mg van het kerkhof, zoodat men met de ruimte toch ook even rekemng moet houden De Voorzitler merkt op, dat het voorstel van den Dhkes beoogt, om een aparte afdeeling te mak-n voor graven van 1.30 X 2.60 M„ hetgeen natuurlïk een zeker ondersche.d maakt. Spreker zegt verder dat de vergadermg heeft gehoord, dat de financi-elé voTr^plî16 bezwaren teéen heeft om zich over de voorstellen van den heer Rijkes uit te spreken, zon- hebbtn0e«?en"C"''CS ">dCr °"dCr he' °°4 le

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 10