18 December 1930 283 thuls gehouden. Een vader verzekerde hem, dat door de aanhoudende overplaatsingen zijn kind in 314 jaar tijd reeds 10 onderwijzers heeft gehad en j.l. Maan- dag zou dat de elfde onderwijzer worden. Spreker vraagt zichzelf af, of deze wijze van doen in het belang van de gemeente Ls? In dit geval vertrouwt hij, dat de Voorzitter hem daarop zal antwoorden, dat mogelijk de subsidie in het gedrang zou kunnen komen. Spreker zou daarmede volmaakt kunnen in-stemmen doch vraagt zich af- of er dan geen andere, meer practische en zakelijke manier van doen te be- denken was, om dat aan de betreffende ouders ken- baar te maken, tengevolge waarvan de ontstemming achterwege was gebleven? Is de thanis gevolgde wijze van doen in het belang van het schoolgaande kind, dus van het opkomend geslacht, in het belang van de ouders, de onderwijzers, van de school en ten slotte in het belang van het openbaar onderwijs? Hoewel spreker persoonlijk dit met een ,,neen" zal moeten beantwoorden, zal hij van den Voorzitter van den Raad, tevens Voorzitter van de Commisisie van het Onderwijs, gaarne vernemen, waarom deze ge- dragslijn is gevolgd, Maar spreker gaat verder en wenscht ook deze vraag te stellen aan de leden van de Commissie voor het Onderwijs. Hij hoopt harte- lijk, dat elk lid individueel behoefte gevoelt hem daarop een afdoend antwoord te geven, vertrouwende dat deze zeer belangrijke kwestie toch wel in de Commissie voor het Onderwijs zal zijn besproken. En dan deze overplaatsing te doen midden in een cursus is toch zeker funest voor het onderwijs van het kind. Tijdens zulk een cursus word't er toch ontegenzeggelijk een band van vertrouwelijken en paedagogischen aardl gevormd tusschen kind en on- derwijzend personeel, die thans door bovengenoemde wijze van doen zoo wreed wordt verstoord. De ge- meente loopt hierdoor groote kans, inwoners te ver- iiezen, aangezien zij deze onderwijspoHtiek van Burgemeester en Wethouders niet wenschen te aan- vaarden. Hoewel spreker deze wijze van handelen in het onderhavige geval scherp veroordeelt, hoopt hij har- telijk dat Burgemeester en Wethouders hem in hun antwoord zullen overtuigen, d'at hunne zienswijze juist in het belang is van het kind, het onderwijzend personeel en de school. De Voorzitter zegt, dat hij, om deze vragen te be-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1930 | | pagina 13