18 December 1930
287
gevraagd of de Commissie voor het Onderwijs in deze
zaak is gekend.
De Voorzitter antwoordt hierop ontkennend en zegt
dat deze zaak volgens de verordenúng op die Com-
missie daarin ook niet thuis hoort.
De heer Vring betreurt dit en zegt dat in onderling
overleg misschien had kunnen worden bereikt, dat
in plaats van 10 ouders slechts 4 ouders waren aan-
geschreven.
De Voorzitter merkt op, dat inderdaad slechts 4
ouders zijn aangeschreven. Er waren 9 nikkertjes,
waarvan er achtereenvolgen-s 2 en 3 afgingen, zoodat
er 4 nikkertjes overbleven, waarvan ten slotte één
ni'kkertje afging, zoodat er 3 overbleven.
De heer Vring protesteert er tegen dat de Voor-
zitter met deze hoogst ernstige zaak een grapje maakt.
Spreker zegt dat de Voorzitter in deze zaak heeft
gefaudeerd en protesteert er nogmaals tegen, dat de
Vcorzitter hiermede gekheid maakt. Er zijn. wel dege-
lijk 9 ouders aangeschreven.
De Voorzitter antwoordt hierop, niet bij 9 ouders
ontstemming te hebben gewekt. Men heeft in ouder-
kringen de gedachte gehad, dat het overplaatsen zoo
maar heel gemak'kelijk gaat en het ging dan ook niet
over deze 4 ouders alleen. In de kringen van de
Dreefschoo! maakt men zich echter noodeloos onge-
rust. Nu spreker zoo juist echter heeft gezegd, dat
cverplaatsing nooit onnoodig geschiedt en Burge-
meester en Wethouders dit zeer tegen hun zin doen,
aan hoopt hij, dat dit de noodige ontspanning zal
brengen. 'Overigens zegt spreker, dat het in het geheel
niet in zijn bedoeling lag om over deze zaak een grapje
te makerj en spijt het hem, dat zijn vergelijking als
zoodanig is uitgelegd.
De heer Vring zegc nog dat de 25 ouders, die over
deze zaak bij elkaar zijn gekomen, wel degelij'k reden
hadden .om bij elkaar te komen. Een van die haeren
heeft hem verzekerd van den Voorzitter een onheusch
antwocrd te hebben gekregen, toen hij hem over deze
zaak wilde spreken. Spreker is van meening, dat het
operibaar onderwijs met dit schrijven van het ge-
meeritebestuur geen dienst is bewezen.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat hij nog wel eens
gelegenheid zal 'krijgen om aan te toonen, wie het
openbaar onderwijs hier geen groote dienst heeft be-
wezen, Het zou te ver voeren en een te langdradig