26 Februari 1931
84
blijven Burgemeester en Welhouders van meening
doen z en np nie,.zo°vefl gunstiger resultaten zou'
doen zien Evenmin als de heer Jonckbloedt hebben
Burgemeesfer en Wethouders met hun meening voo"
om de een of ander te bevoordeelen. De heer lonck'
bloedt, zegt spreker, meent door splitsing een zuiver-
fu st doch ?igehn-. Theore(isei - dit misschien
ju.st, doch practisch levert dit zeer zeker bezwaren
op Men moet n.l. bij splitsing ook de bestekk°n
Sen en daarna eerst kan men aanbesteden, tenge
volge waarvan er meer aannemers kunnen ziin dan
anders, terwijl het misschien ook niet het resultaat
oplevert, dat de heer Jonckbloedt beoogt Tot nu toe
is het steeds de gewoonte geweest, dat voor de aan-
besteding een gespecificeerde begrooting wordt op-
gernaakt Daarna heeft de aanhestedinf Plaats en
wanneer de uitslag van de aanbesteding afwijkt van
Mnr°Mgema begrooting, wordt dit nader uitgewerkt
Mocht er een verschil zijn, dan is dit in ied?r gevai
zeer germg en zal dit al van zeer weinig invloed zijn
op de vergoedmg voor de bijzondere scholen Dit
verschil immers zou eerst gedeeld moeten worden
d ,0r het emiddeId aantal kinderen, dat de openbare
school bezoekt en dat quotiënt zou dan gelden voor
e hijzondere scholen. Van een verkeerde of foutieve
schoîeT'hrftT de versoeding aan de bijzondere
cholen blijf dus wel met veel meer over. Men zou
misschien alleen nog een aanmerking kunnen maken
of) het systeem Dit is ook besproken in de Com-
vanSlooVr°der.het 0nderWrjs' welke Commissie eenparig
van oordeel was, dat het tot nog toe gevolede
systeem het meest aanhevelenswaardig is.
e îeer Joiickbloedt dankt den Voorziffer voor
diens antwoord. Spreker wilde echfer alleen betreuren
er geen spl.fs.ng plaats heeft. Wat betreft de op-
merkmg van den Voorzitter, da, er bij splitsing meer-
dere aannemers noodig zouden zijn, zegt spreker dat
die meemng met heelemaal juist is. Men schrijft voor
bePaa'de som ,n en onder dat bedrag maakt de
aannemer een kleine splitsing. Moewel spreker ook
wel van meenmg is, dat dit niet zooveel zal schelen
bhjft hij echter volhouden, dat die splitsing een zu
verder beeld geeft. s
De Voorzitter zegt hierop, dat men toch een aan-
nood|g heeft voor het schilderwerk, voor het
timmerwerk enz.
De heer onckbloedt antwoordt hierop, dat men dit