26 Maarl 1931
115
zal ten gevolge hebben dat Groenendaal als natuur-
monument ten gronde moet gaan en dit vindt spreker
vreeselijk,
Gaarne wil hij erkennen, dat er onderhoud moet
zijn, doch dit moet zich beperken tot het rooien van
doode bc-omen en het snoeien van dood hout, Spreker
hoopt dat de Raad zich ter p'aatse gaat overtuigen
van wat hier gaat gebeuren, want hij is niet in staat
dit geheel onder woorden te brengen,
De heer Audretsch zou hetgeen bij de ,,Waterdel"
is geschied, heiligschennis willen noemen, Groenen-
daal was oogenschijnlijk een wildernis, doch inder-
daad een wildernis van zulke groote bekoring, dat het
een natuurmonument was geworden, waarvan men de
weerga in het land welhaast niet vindt. Een natuur-
•bcsch nu, vervolgt spreker, heeft 2 vijanden en wel het
baldadig publiek en heeren adviseurs, die er een park
van willen maken,
■Bij den eersten vijand moet men trachten zijn ziel
zooveel mogelijk in lijdzaamheid te bezitten, doch
tegen den tweeden moet men een ,,halt" kunnen roepen.
Niets is naar spreker's meening mooier dan een na-
tuurbosch; niets is gemakkelijker en billijker in onder-
houd. Alleen de lanen moeten goed worden nagezien
en daarbuiten moet men het bosch schoonhouden van
dood hout en onkruid, terwijl men hier en daar soms
moet uitdunnen Het publiek 'heeft daar niets te maken,
dus gevaar voor wandelaars is niet te duchten.
Aan de bosschen van de waterleiding wordt nooit
iets gedaan, zegt spreker, en wat zijn deze niet rustiek.
Wat de financieele zijde van de zaak betreft merkt
spreker op, dat de aangevangen methode zeer veel geld
kost en als op de aangevangen wijze wordt verder ge-
gaan om van dit bosch een park te maken, zal dit zeer
zeker nog een ton kosten, Het is dan ook meer dan tijd,
dat de raadsleden zich eens naar den waterdel begeven
en daar zelf eens gaan kijken, Spreker zou nu echter
een voorstel v/illen doen, dat tot strekking heeft te ver-
klaren, daf de Raad aan Burgemeester en Wethouders
verzoekt, de verdere reorganisatie van het bosch te
willen staken en zich verder te bepalen tot het onder-
houd van Groenendaal met behoud van zijn karakter.
Verder zou spreker Burgemeester en Wethouders wil-
len verzoeken, dit voorstel in een volgende vergadering
in behandeling te nemen, om de raadsleden in de ge-
legenheid te stellen zich inmiddels te gaan overtuigen.
De héer Kwak merkt op, nu weer eenige klac'hten