26 Miarl 193! tegen dat plan was destijds veel oppo-sitie Spreker zou de heeren die met zoaveel leedwezen over de reorga- nisatie van Groenendaal hebben gesproken en het doen voorkomen alsof de toestand onhoudbaar is, er op wil- len wijzen dat dit plan ongeveer gelijk is aan het reor- ganisatieplan van den Haarlemmerhout. De Raad kan zich dan ook veilig schar.en achter den adviseur van de gemeente. 1 en aanzien van de opmeT- kingen over de boomen die in den laatsten tijd zijn ge- îocid, zou spreker in het midden willen brengen dat 80 daarvan in hun laatste levensdagen -waren. Men moet echter wel eens enkele gezonde boomen rooian om andere, in het bijzonder nieuw geplante boomen licht te kunnen geven. Wanneer men bovendien iedere doode bocm door een nieuwe vervangt, krijgt men ook nooit een geheel. Spreker is dan ook van meening, dat men niet het advies van een ieder, die zich deskundig noemt moet volgen, want al noemt iemand zich des- kundig, daarom behoeft hij het nog niet te zijn. Overigens meent spreker, dat de Raad niet 'hét be- voegde instituut is, om het advies van den heer Audretsch op te volgen. De heer Rijkes zegt zich onder degenen te scharen, die incompetent zijn om in deze zaak een beslissing te nemen. Toch is er hier in de vergadering een strooming die zegt, dat het reorganisatieplan niet deugt. Spreker acht het van beiang, dat de tegenstanders van de reorganisatie overtuigd worden en daarom zou hij wil- len vragen of het niet mogelijk is dat door den deskun- dige een rapport wordt samengesteld voor de raads- leden van hetgeen nu in Groenendaal gaat gebeuren. De Raad kan aan de hand van dat rapport dan eens zien wat er gaat gebeuren, want de gang "van zaken maakt op hem thans geen prettigen indruk. De heer De Boer zegt, dat de heer Van Unen hem even voor is geweest. Spr. zou den Raad willen advi- seeren, om nu nog niet te gaan kijken in Groenendaal. Wanneer men nu gaat kijken naar de verbouwing van Vroom en Dreesman, dan ziet men ook niets dan stee- nen, hout en allerlei rommel en vraagt men zich onwil- lekeurig af, wat daarvan terecht moet komen, Een costuum, dat men past, als het nog niet af is, moet men ook nog niet gaan veroordeelen. Zoo is het ook bij een etalage of een tentoonstelling, die men aan het inrich- ten is; doch als het scherm opgaat, dan kan men .zijn meening zeggen, Spreker zou den Raad dan ook willen verzoeken om den deskundige de gelegenheid te geven

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 23