26 Maart 1931 119 eens graag willen hooren, welke litteratuur de heer Audretsch op dat punt toch naslaat, Spreker volgi de nieuwe litteratuur, die de thans gevolgde methode aan- wijst. Doet men dat niet, dan gaat het bosch onherroe- pelijk ten gronde. Overigens zegt spreker, dat de Raad tcch wel zal begrijpen, dat de kale plekken, die nu zijn cnstaan, weer beplant zullen worden, terwijl ook nauwkeurig overwogen is, welk soorten boomen en planlen zullen worden gebruikt. Zoo zullen hier en daar meidoorns, bramen en wilde rozen worden ge- zet, omdat die struiken altijd voor natuurbosschen warm v/orden aanbevolen. Spreker zou dan ook tot dagenen, die tegen dit reorganisatieplan willen oppo- neeren, het verzoek willen doen hiermede een paa*r jaar te wachten, Tot den heer Audretsch zou spreker nog willen zeggen, dat hij de gelegenheid heeft gehad om in de Pîantsoenencommissie zijn ideeën kenbaar te maken. De heer Audretsch heeft daarin geen zitting willen nemen, doch dan is het ook niec juist om nu de deskundigen af te breken, Trouwens vroegere voor- spcllingen van den heer Audretsch op dit gebied zijn ook niet uitgekomen, Spreker wijst in verband hier- mede op het adives van den heer Audretsch naar aan- leidmg van de beplanting van de Sparrenlaan met Ooscenrijksche der.nen, om deze n.l. aaneengesloten te pianten en later uit te dunnen, Spreker zou den heer Audretsch nu eens willen verzoeken om te gaan kijken naar de Oostenrijksche dennen, die in de Spar- renlaan en nabij de begraafplaats zijn geplant en daar, hcewel zij niet overeenkomstig het advies van den heer Audretsch zijn geplant, toch zeer goed groeien. Dit geeft spr. nog meer aanleiding om te vertrouwen op het advies van den deskundige en niet op dat van den heer Audretsch, die misschien wel deskundig is op het gebied van fruitcultuur maar niet op het gebied van boschbouw. Het reorganisatierapport, dat destijds is opgemaakt kan iedereen nog lezen, doch van verdere rapporten zou spreker liever af willen zien. Wat betreft de opmerking, dat het aan den kant van den Heeren- weg nu zoo kaal is geworden, kan spreker nog dit zeggen, dat door den invloed van de zeewinden de daar staande eiken ondermijnd zijn en nog slechts een enkel blad hadden, Daarom zijn deze boomen gerooid, doch ook voordien kon men van dien kant een flink eind door het bosch heen zien. De tegenwoordige op- vatting is dan ook om aan den zeekant niet direct met hooge boomen te beginnen, doch een geleidelijk stij-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 25