26 Maart 1931
ren, of er al dan niet opcenten zullen worden gehe-
ven op de gemeentefonds belasting. Spreker moest
daarop altijd het antwoord schuldig blijven. Toch
zou spreker het zeer belangrijk vinden om te weten
of reeds in di't opzicht een beslissing is genomen en
dienaangaande van de zijde van Burgemeester en
Wethouders een voorstel is te verwachten.
Le Voorzitter antwoordt hierop, dat van Burgemees-
ter en Wethouders geen voorstel tot het heften van
opcenten op de gemeentefonds belasting is te ver-
wachten.
Indeeling Lanckhorstlaan.
De heer Audvetsch wil gaarne eens de aandacht ves-
tigen op de Lanckhorstlaan die feitelijk in twee ge-
deelten is gesphtst. Nu staan er aan de zijden van
het land van den heer Roozen wel bordjes, waarop
staat aangegeven hoe het verloop van de Lanckhorst-
laan is, doch bij avond valt dat bord niet op. Nu is
het spreker bekend, dat er menschen zijn die niet
weten waar zij het vervolg van de Lanckhorstlaan
moeten zoeken, hetgeen zeer veef verwarring geeft.
Zou het daarom niet mogelijk zijn, om de Lanckhorst-
laan te veranderen in een le en 2e Lanckhorstlaan
of misschien verdient een andere oplossing meer
aanbeveling.
De heer DrDroog, Wethouder, antwoordt hierop,
dat het aanbrengen van bordjes met nieuwe namen
consequenties geeft. Bovendien, zegt spreker, is het
bekend, dat daar een verandering zal komen. Mocht
die verandering echter niet doorgaan, dan zou het
voorstel van den heer Audretsch onder het oog
kunnen worden gezien. Het lijkt hem echter wel wat
praematuur om nu reeds mët een verandering te
komen.
Grond voor arbeiders woningbouw.
De heer Kwak zou graag nog even terug willen ko-
men op hetgeen hij in de vorige Raadsvergadering
heeft gezegd over het beschikbaar stellen van grond
voor arbeiderswoningbouw. Spreker zou niet graag
zien, dat die menschen met een kluitje in het riet
werden gestuurd en vraagt of de gemeente grond
wil aanwijzen, waar die arbeiderswoningen gesticht
kunnen worden.
122