30 Juni 193!
183
fe verleenen als gemeenfe-arfs, anderzijds voorstellen
hem als zocdanig, al is het dan ook onder een anderen
vorm, willen handhaven, aangezien hij nog krachtig
is van lijf en leden en voor deze betrekking nog
alleszins capabel kan worden geacht.
Aangezien hierdoor wordt afgeweken van den ge-
wonen regel, meenden Burgemeester en Wethouders
hoewel de verordening hen daartoe het recht geeft,
dat het juister was om hiervoor machtiging te vragen
aan den Raad. Spreker zegt, niet te hopen, dat hier-
door den indruk wordt gewekt dat hiermede eenig
nadeel zal worden gebracht aan de gemeenfe of aan
wien dan ook. Bovendien wil spreker hieraan ncg
toevoegen dat deze bepaling niet alleen hier wordt
toegepast, maar ook bij andere categoriën is het wel
voorgekomen, dat de diensttijd is verlengd op deze
wijze, wanneer althans de we'kman of ambtenaar zijn
krachten nog heeft om zijn arbeid voort te zetten.
De heer Rijkes vraagt of de Raad reglemenfair wel
de bevoegdheid heeft om deze regeling te treffer. en
of het misschien niet beter was geweest wanneer
Burgemeester en Wethouders met een voordracht van
2 personen waren gekomen.
De Moorzitter antwoordt hierop, dat men ook te
regiementair kan zijn. Het gaat hier niet om een be-
noeming voor een vaste aanstelling alleen dekwestie
van de jaarwedde hoort hier aan den Räad. Burge
meester en Wethouders vragen verder machtiging om
voor het vervulien van de werkzaamheden van ge-
meenfearts in Wijk II iemand te benoemen op een
burgerrechtelijke arbeidsovereenkomst.
De heer Rijkes zegt, dat Burgemeesfer en Wethou-
ders dan niet met een naam voor den dag hadden
moeten komen in dat raadsstuk.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat het eerlijker
werd gevonden om met een naam voor den dag <e
komen.
De heer Rijkes merkt op, dat het bij hem alleen
gaat over den vorm waarin deze zaak is gegoten en
niet tegen den persoon van Dr. Droog.
De heer Rwak zegt, dat de raadsleden toch zeker
allen zonder uitzondering hun stem op Dr. Droog
zouden hebhen uitgebracht.
De heer Rjkes zegt, dat het daar niet over gaat.
De Voorzitter merkt nog op, dat deze zaak een
tijdelijk karakter draagf, terwijl de overeenkomst
beiderzijds kan worden opgezegd.