30 Juni 1931 188 (aald. Dit legt men ziciizelf op, door te laat te betaien. Spreker wii echter wei eens onder oogen zien of het in de practijk mogelijk is om die recognilie op de door den lieer Rijkes aangegeven wijze te laten invor- deren. Verkeer Raadhnisplein. De heer Van der Erf merkt op, dat het zijn aan- dacht lieeft getrokken, dat op het Raadlruisplein nogal gezondigd wordt tegen de verkeersregelen. Dit is echter niet alleen de schuld van de automobilisten, maar ook van de wijze, waarop de verkeersregeling daar staat aangeduid. Spreker zou daarom wilfen voorstellen bij het modelbord een pijl aan te brengen •die de richting aingeeft. Het verkeersbord staat mo- inenteel precies op de scheiding en dif geeft wel eens aanleiding tot vergissingen. De \oorzitter antwoordt hierop, dat men tenslofte wel overal pijlen kan aanbrengen. Op het door den heer Van der Erf bedoelde punt staan echter al 4 aanwijzingen en nu betwijfelt spreker wel of een 5e aanwijzing het beoogde resultaaf zal afwerpen. Hij is °P ^'f gebied voor alles te vinden, maar achl dit nu werkelijk niet zoo hoog noodig, vooral niet omdat de overtredingen meestal door ingezetenen worden be- gaan. Er gaan ook nief zooveel auto's langs het schuine pad in Zuidelijke richting. Over het algemeen, zooals spreker reeds opmerkte, gebeurt dit door ingezetenen zelf. Zoo reed onlangs een automobilist de Havensfraat uit in de richling Ëinnenweg en ver- oorzaakfe daar bijna een aanrijding Nu zou spreker naar aanleiding daarvan fer plaatse ook wel weer een pijl kunnen aanbrengen, doch waar is dan het eind. De hcer Van der Erf informeert of naar de mee- ning van den Voorzitfer dan voldoende aanwijzingen aanwezig zijn en hoeveel processen-verbaal dan op het Raadhuisplein zijn opgemaakt. De Voorzitter antwoordt hierop, dat dit aantal hem uit het hoofd ntet bekend is. Spreker heeft evenwel gemerkt dat de Raad hoe langer hoe meer de richting uit wil van meerdere bekeuringen. Als dit de geesî werkeiijk is, dan zal spreker daarmede in het vervolg rekening houden. Als men daarmede echter maar niet in een kwade reuk komt. De heer Jhr. van de Poll, Wethouder, zegt, dat juist omdat meesfal de ingezetenen in overtreding zijn, dit

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 30