30 Juni 1931 163 hoort, omdat het hier hetreft het toestaan van openbare vermakelijkheden, noemt spreker een woordspeling, het gaat er hier over om de vereeniging aan geld te lielpen en dat kost de gemeente niets. Bovendien hebben de Burgemeester en de Inspecteur van Politie nog het recht om toezicht te houden, doch spreker wil hierop onmiddellijk laten volgen, dat de Burge- meester gezegd heeft, dat van wanordelijkheden geen sprake is. Hij hoopt dan ook dat de leden van den Raad met zijn voorstel om dit jaar de kermis toe te staan, zullen meegaan. Men steunt de vereeniging daardoor in het geven van behoorlijke attractie. De Voorzilier vraagt den heer Vring, hoe diens voorstel luidt. De heer Vring antwoordt hierop, dat hij bedoelt om dit jaar, evenals het vorige jaar, toestemming te geven tot het houden van die kermis en dan voor het volgend jaar andere maatregelen te nemen. De Voorzitter zegt, dat het niet op den weg van den Raad ligt om dergelijke voorstellen te doen op het gebied van toestemming geven tot het houden van openbate vermakelijkheden. De Raad kan dit voorstel aannemen of verwerpen, maar het behoort tot de taak van den Burgemeester om hierin te be- slissen. De heer Vring merkt op, dat als de meerderheid van den Raad voor zijn voorstel stemt, de Burge- meester deze beslissing naast zich neer kan leggen. Spreker brengt in herinnering dat de Commissie „Koninginnedag" t 1000.— subsidie heeft gekregen, onder voorwaarde, dat zij het houden van een kermis achterwege zou laten. Toen echter nadien bekend werd dat er ook een andere vereeniging was die haar inkomslen uit een kermis moest putten, en daartoe geen toestemming meer kreeg, werd geen voorstel gedaan om daarvoor in de plaats ook een subsidie te geven. Spreker heeft dit niet goed begrepen. Het eenige verschil toch tusschen die 2 vereenigingen is hierin gelegen dat de eene vereeniging haar feesten organiseert bij gelegenheid van een verjaardag van een lid van het Koninklijk Huis en de andere verma- kelijkheden organiseert, waarvan 400 kinderen profi- teeren. De geldmiddelen, die daarvoor noodig zijn, zou spreker aan die vereeniging weer graag willen teruggeven. De Voorzitter merkt op, dat de heer Vring dus voorstelt om aan die vereeniging haar vermakelijk-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 5