30 Juni 1931
164
heden weer ferug te geven, over het geven van
subsidie kan straks nog worden gesproken. Het toe-
staan van vermakelijkheden behoort echter tot de
competentie van den Burgemeester en dit is geen
woordspeüng, doch de wet zegt dit. Zoo behoort ook
het instellen, wijzigen of afschaffen van een kermis
tot de competentie van den Raad.
De heer Vring informeert dan, waarom eerst geen
gelegenheid is gegeven om over het houden van een
kermis ie spreken.
De Voorziiter antwoordt hierop, dat hier geen
sprake is van een kermis in den zin der wet.
De heer Vring noemt dit een woordspeling.
De Moorzitter merkt nog op, gezegd te hebben,
dat dit een publieke vermakelijkheid is, die het karak-
ter is aan gaan nemen van een kermis. Indien spreker
daarvoor echter toestemming gaat geven, dan gaat hij
zich op het terrein van den Raad bewegen.
De heer Vring vraagt aan den Voorzitter of hij
voelt door deze weigering aan die 400 kinderen te
ontnemen, wat hen toekomt.
De Voorzitier zegt, dat dit geheei iefs anders is.
Spreker zegt, dat het Bestuur van de vereeniging zijn
wenk niet heeft opgevolgd, doch hem voorbij is ge-
gaan. Hij herhaalt, dat de Raad geen bevoegdheid
heeft om toestemming te geven tot het houden van
publieke vermakelijkheden en dat men het houden van
een kermis niet aan een particuliere vereeniging toe-
staat. In andere gemeenten vloeien de revenuen van
de kermis in de gemeentekas. Spreker acht het dan
°ok niet op zijn weg liggen, om achter den rug van
den Raad om de kermis weer binnen te halen
daardoor zou hij handelen in sfrijd met de wet.
De heer Vring wijst er nog eens op, dat de muziek-
vereeniging „Excelsior" foch onlangs ook nog toe-
stemming kreeg tot het houden van publieke verma-
kelijkheden en dat de Zangvereeniging „Sursum Corda"
als zij straks de door haar gevraagde f 500.krijgt,
ook we! met een dergelijk verzoek zal komen.
De yoorzitter antwoordt hierop, dat „Sursum
Corda" geen kermis organiseert.
De heer Vring zegt, dat het hier niet gaaf, om al
of niet gelijk te hebben, doch dat die vereeniging aan
f 800,— geholpen moet worden, of wel door haartoe
te staan vermakelijkheden te houden of wel op een
andere wijze. Het spijt spreker, dat de Voorzitter niet
met zijn voorstel mee kan gaan.