30 Juni 1931 165 vinden, indien de vereeniging dit jaar dan ook nog toestemming kreeg. Het is beter ten heele gekeerd dan ten halve gedwaald. De heer Audretsch zal na de uitvoerige toelichfing van den heer Rijkes niet veel meer over deze zaak zeggen. Spreker ziet er een onbillijkheid in, nu de Burgemeester 4 jaar achtereen de vereeniging in de geiegenheid heeft gesteld om haar feesten te vieren, dit plotseling te weigeren. Het is 4 jaar goed gegaan en nu is het ineens afgeloopen. De gronden waarop deze weigering is gebaseerd, komen spreker ook erg vaag voor. Hij zou dan ook graag zien, dat er een modus werd gevonden hoe deze feesten kunnen wor- den voortgezet voor die kinderen, die daarvan nu plotseling zijn verstoken. De heer Van der Erf zegt niet te veel, wanneer hij beweert, dat allen hier veel voor kinderfeesten voelen en dat daar niemand op tegen is Spreker betreurt alleen, dat de heer Rijkes hier van een kermis spreekt. Spreker zou dan liever zien, dat de vermakelijkheden werden verminderd. Als men n.l. van een kermis spreekt, kan spreker zich niet voorstellen, dat men bereid is heden iets toe te sfaan, wat men gisteren heeft afgestemd. Spreekt men over een publieke ver- makelijkheid, dan acht spreker de kans om tot over- eenstemming te geraken grooter. De heer Kwak acht het door den Burgemeester ingenomen standpunt volkomen juist. De BurgemeeS' ter immers alleen heeft te beslissen of openbare ver- makelijkheden al dan niet worden toegeslaan. Van den anderen kant heeft de Raad hier nooit tot de invoering van een kermis besloten. ledere vereeniging echler heeft graag de middelen om dalgene te berei- ken, wat zij zich voorstelt en nu heeft de adresseerende vereeniging dit tot heden gedaan door het houden van een kermis. De Burgemeester heeft daar nu een punt achter gezet en wil die publieke vermakelijkheden niet meer toestaan. Gaat men nu over een kermis spreken, dan moet de Raad eerst besluiten tot de invoering van een kermis. Nu zal men vragen „wie heeft er nu iets op tegen om die kinderen datgenoe gen te bezorgen". Spreker zou dan echter de weder- vraag willen stellen of men die kinderen dat genoegen niet langs een anderen weg kan bezorgen. Is het dan werkelijk zoo moeilijk om het geld bijeen te krijgen teneinde 400 kinderen 2 prettige dagen te bezorgen. In het adres wordt daarvoor geen oplossingj aan de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 8