50a 30 Juli 1931 van hetgeen hem in zijn betrekking is ter kennis gekomen. 2. De verplichting tot geheimhouding bestaat niet tegenover hen aan wie de ambtenaar middellijk of on- mliddellijk ondergeschikt is, noch tegenover rechtspre- kende instanties. Artikel 19. 1. De ambtenaar is verplicht te wonen in de ge- meente. Hem kan, bij zijne benoeming, de verplichting worden opgelegd in een bepaald deel van de gemeente of in een bepaalde ambtswoning te wonen. Indien er later verandering komt in de aanwijzing of zoo deze eerst na zijne indiensttreding plaats heeft, worden hem verhuiskosten vergoed op den voet van het bepaalde in de jaarwedden-verordening voor de ambtenaren. 2. Echter kan hem vergunning worden verleend om buiten de in het eerste lid genoemde plaats te wonen. Een verleende vergunning kan worden ingetrokken, wanneer het dienstbelang het wonen buiten de in het eerste lid bedoelde plaats niet langer gedoogt. Recht op vergoeding ter zake van de verhuizing bestaat in dit geval niet, tenzij de vergunning ter zake van woning- nood is geschied. Artikel 20. 1. Het is den ambtenaar verboden nevens zijne be- trekking eenige andere betrekking te bekleeden, be- zoldigde werkzaamheden voor anderen te verrichten, alsmede hetzij zelve, hetzij op naam van eenig lid van zijn gezin handel te doen drijven of eenige nering uit te oefenen of in zijne woning toe te laten. 2. Van het in het eerste lid van dit artikel gesteld verbod kan door Burgemeester en Wethouders onthef- fing worden verleend. Artikel 21. 1Het is den ambtenaar verboden

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 14