50a
30 Juli 1931
den tak van dienst, voor de hoofden van takken van
dienst door Burgemeester en Wethouders.
Bij afwijzing van een verzoek om vacantie of verlof
staat beroep open bij Burgemeester en Wethouders.
3. Wanneer door bijzondere omstandigheden de
tegenwoordigheid van de met verlof zijnde ambtenaren
noodig is, kan de vacantie tusschentijds beëindigd
worden. Burgemeester en Wethouders zullen, wanneer
schade wordt geleden, deze na overleg met den ambte-
naar naar blillijkheid vergoeden.
4. De ambtenaar, in den loop van het kalenderjaar
in dienst getreden, heeft voor elke maand, die hij in
dienst is, recht op 1/12 gedeelte van het verlof. Bij deze
berekening geldt een gedeelte van een dag voor een
vollen dag.
5. Bij de berekening van den duur van het verlof
wordt de Zaterdagvoormiddag voor een vollen dag
in rekening gebracht.
6. Wanneer een ambtenaar in een kalenderjaar het
verlof geheel of ten deele buiten zijn schuld niet heeftj
kunnen genieten, zulks ter beoordeeling van Burge-
meester en Wethouders, heeft hij het eerstvolgend ka-
lenderjaar boven zijn gewoon verlof nog recht op het-
geen ten vorige jare niet werd genoten.
Artikel 28.
1. Aan den ambtenaar, die wegens door het hoofd
van den tak van dienst en voor dezen door Burge-
meester en Wethouders erkende, dringende redenen
gedurende korten tijd afwezig moet zijn, wordt voor
dien tijd buitengewoon verlof toegekend met behoud
van wedde.
Door Burgemeester en Wethouders wordt bij afzon-
derlijk besluit bepaald, wat als dringende reden zal
worden aangemerkt.
2. Voor de waarneming van het lidmaatschap van
eenig orgaan van een publiekrechtelijk lichaam, waarin
de ambtenaar benoemd of gekozen is, wordt hem door
het bevoegd gezag buitengewoon verlof verleend al of