50a
30 Juli 1931
hinderd is zijne betrekking waar te nemen wordt zijne
jaarwedde gedurende een jaar geheel uitbetaald, ter-
wijl bij verdere verhindering voor ieder bepaald geval
onder goedkeuring van den Gemeenteraad, een afzon-
derlijke regeling zal worden getroffen.
2. In afwijking van het bepaalde onder 1 zal, wan-
neer een tijdelijk ambtenaar wegens ongesteldheid ver-
hinderd is zijne werkzaamheden te verrichten, zijn sa-i
laris gedurende ten hoogste zes maanden vol worden
uitbetaald.
3. Bij ziekte geschiedt de uitbetaling van de bezol-
diging alleen dan, wanneer vooraf eene verklaring van
den daartoe aangewezen arts is overgelegd, waaruit
blijkt, dat de patient niet in staat ds zijn werk te ver-
richten.
4. Door de ambtenaren, die toestemming hebben om
buiten de gemeente te wonen, zullen de extra kosten
verbonden aan het zich begeven van de daartoe aange-
wezen arts buiten deze gemeente, zelf moeten worden
gedragen.
5. De bepaling genoemd in alinea 4, is ook van toe-
passing op het onderwijzend personeel der openbare
scholen.
Artikel 34.
Voor hem, die na ziekte zijn dienst hervat heeft en
binnen dertig dagen wederom door ziekte verhinderd
is zijn dienst te vervullen, wordt de tweede ziekte aan-
gemerkt als eene voortzetting van de eerste, tenzij op
grond van de verklaring van den daartoe aangewezen
arts kan worden aangenomen, dat de tweede ziekte
in geen verband staat met of niet een gevolg is van de
eerste ziekte.
Artikel 35.
Wanneer de ziekte of het ongeval, bedoeld in art. 33,
is ontstaan in verband met zijn dienstbetrekking, ont->
vangt de ambtenaar zijn volle bezoldiging gedurende