50a 30 Juli 1931 e. als straf in den vorm van ongevraagd eervol ontslag. 3. Aan een ambtenares, die voor het bereiken van den vijf-en-veertigjarigen leeftijd in het huwelijk treedt, wordt met ingang van den dag van het huwelijk ont- slag verleend. Deze bepaling is niet van toepassling op ambtenaressen, die bij de vaststelling van deze veror- dening reeds in dienst en gehuwd zijn. 4. Bij ontslag op grond van ongeschiktheid anders dan tengevolge van ziekten of gebreken kan het gezag dat den ambtenaar heeft aangesteld, een naar billijk- heid te bepalen vergoeding toekennen, hetzij als som ineens, hetzij als periodiek uit te keeren bedrag. Van het voornemen tot het verleenen van dit ontslag wordt aan den ambtenaar mededeeling gedaan, terwijl hij hierover door Burgemeester en Wethouders zal worden gehoord wanneer hij binnen 3 dagen na genoemde mededeeling daartoe een schriftelijk en gedagteekend verzoek bij dit College indient. Artikel 48. Niet eervol ontslag wordt alleen verleend bij wijze van straf. De ambtenaar kan zKch niet onttrekken aan deze straf door indiening van een verzoek om ontslag. Artikel 49. 1. De opzeggingstermijn, zoowel van de zijde der gemeente als van die van den ambtenaar is bij tijdelijke aanstelling een maand en bij vaste aanstelling twee maanden. Ingeval van ontslag ingevolge het bepaalde in art. 47, tweede lid onder e behoeft geen opzeggings- termijn in acht te worden genomen. 2. Het gezag, dat ontslag verleent, kan, eventueel het hoofd van den tak van dienst gehoord, in bijzondere gevallen deze termijnen verkorten. Geschiedt dit niet op verzoek van den ambtenaar dan wordt hem bij het ontslag de wedde uitbetaald voor den tijd, die nog aan den opzeggingstermijn ontbreekt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 29