50a
30 Juli 1931
deeling aan den betrokken ambtenaar, eventueel diens
hoofd van dienst aan den eerste onder mededeeling
van de wijze, waarop, en den termijn binnen welken
beroep kan worden ingesteld. Van deze straffen wordt
aanteekening gehouden in een register, welke aan-
teekening wordt onderteekend door den Burgemeester
en den gestrafte.
2. Deze laatste kan desgewenscht zijn lezing van
het geval daarbij vermelden.
3. Afschriften uit het strafregister worden slechts
afgegeven ingeval van sollicitatie, uitsluitend met mede-
onderteekening van den belanghebbende en mogen
alleen vermelden de straffen, opgelegd in de laatste
drie jaren.
Artikel 57.
De straffen kunnen worden opgelegd onder de op-
schortende voorwaarde, dat zij eerst worden toegepast,
indien binnen een bepaalden tijd, in het besluit te ver-
melden, de gestrafte zich opnieuw aan handelingen of
gedragingen schuldig maakt, als waarvoor de bestraf-
fing geschiedde.
HOOFDSTUK XII.
Slot- en overgangsbepalingen.
Artikel 58.
Het bepaalde in de artikelen 13 en 15 is niet van
toepassing op de hoofden van bedrijven en takken van
dienst, terwijl het bepaalde in de artikelen 15, 23, 24
en 27 niet van toepassing is op de ambtenaren genoemd
in artikel 4 der jaarweddeverordening voor de ambte-
naren.
Artikel 59.
Dit reglement kan worden aangehaald als Ambtena-
ren-reglement of A. R.
Artikel 60.
Het reglement treedt in werking 1 September 1931.