50b 30 Juli 1931 Artikel 6. De in artikel 2 genoemde jaarwedden gelden voor de ambtenaren die in vasten dienst werkzaam zijn. Van de jaarwedde van den boekhouder bij Openbare Werken komt 700.en van de jaarwedde van het Hoofd van den Dienst van Openbare Werken komt 300.ten laste van den Reinigingsdienst. Artikel 7. 1. Bij aanstelling of bevordering in rang wordt het minimum der aan den rang verbonden bezoldiging toe- gekend. In bijzondere gevallen kan daarvan worden afgeweken. 2. Bij gebleken geschiktheid en goeden dienstijver worden de jaarwedden der ambtenaren voor ieder jaar dienst in de bekleede betrekking verhoogd binnen de voor iedere klasse in artikel 2 aangegeven salarisgren- zen, totdat het maximum is bereikt. Aan den ambtenaar, die tot een hoogeren rang bevorderd wordt, waaraan een gelijk of lager aanvangsalaris is verbonden dan dit voor den betrokkene reeds bedraagt, zal in ieder geval, boven zijn genoten salaris, een, voor den nieuwen rang geldende periodieke verhooging worden toegekend, mits daardoor het maximum van dien rang niet wordt overschreden. 3. De periodieke verhoogingen worden door Burge-» meester en Wethouders toegekend, op voorstel van het Hoofd van den tak van dienst, voor de politie op voor- stel van den Burgemeester en voor het secretarieper- soneel op voorstel van den Gemeente-secretaris. 4. Burgemeester en Wethouders zijn bevoegd bij meer dan gewone geschiktheid en dienstijver een amb- tenaar het maximum spoediger te doen bereiken dan in het tweede lid als regel is aangegeven, alsmede om in een dergelijk geval aan een ambtenaar eene toelage boven het maximum toe te kennen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 38