50b 30 Juli 1931 ren rang zou zijn aangesteld. Is de wedde van den ver- vanger echter gelijk aan of hooger dan de minimum- wedde van den vervangen ambtenaar, dan zal voor de berekening van de vergoeding de minimum jaarwedde van het waargenomen ambt worden verhoogd met zoo- veel periodieke verhoogingen, als noodzakelijk zijn om den vervanger een toelage te doen genieten, die ten minste gelijk staat met het bedrag van een periodieke verhooging aan den eigen rang verbonden. 2. Indien buiten het geval van straf aan een ambtenaar de waarneming van een lager bezoldigde betrekking wordt opgedragen, blijft hij in het genot van zijn gewone bezoldiging. 3. De regeling, vervat in het eerste lid, is niet van toepassing bij vervanging van een hoofd van dienst. Bij een zoodanige vervanging zal voor elk geval de ver- goeding door den Raad worden bepaald. Artikel 17. Indien de aanwijzing in art. 16 slechts een gedeelte- lijke vervanging omvat, wordt het bedrag der vergoe- ding door Burgemeester en Wethouders vastgesteld. Artikel 18. Verhooging van wedde gaat in op den eersten dag der maand, waarin de aanspraak daarop is verkregen. Toelagen voor het bezit van akten of diploma's wor- den eveneens uitgekeerd met ingang van den eersten dag der maand, waarin de ambtenaar de akte of het diploma verkregen heeft. Artikel 19. Maandelijks wordt een twaalfde gedeelte der wedde uitbetaald, verminderd met hetgeen de ambtenaar als zoodanig aan de gemeente schuldig is. Artikel 20. 1. Behoudens het hieronder in dit artikel bepaalde, wordt voor overwerk vergoeding gegeven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1931 | | pagina 42