20 AugusfLS 1931
231
sprercer zich als raadslid gesteld heeft, kan hij zich
dan ook met deze verordening geenszins vereenigen.
neer üe Boer noemt dn voorslei van Burge-
meester zeer juist en dit College heeft zeer democra-
tisch gehandeid, door aan den Raad te vragen, wat
oe Raad wii. Spreker kan de woorden van den heer
Van der Rrf oijna geheel onderschrijven, Inderdaad
tshet niet meer zooais vroeger, dat alieen we.'gesteiden
van den Raad waren. Voor den eenen is het bii-
wcnen van een commissievergadering een uiije, voor
den anderen beteekent het een heel offer, zoo is een
vergaaeiing van V'A uur vcor den eenen een vergade-
nng van 3 uur ycor den anderen. Spreker juicht het
daarom toe, dat langs dezen weg aan ieder de gelei-m-
vaarden g n °m het raadslidmaatschap te aan-
I °ei ÏTrXrirïg ,onderslennt het voorstel van den heer
Jonckbmedt. Inderdaad, wat voor schade heeft ecn
werkman, die lid is eener commissie, ais deze 's
avonds vergadert. Het raadsKdmaatschap moet nie.
ontaarden in een betaald baantje. Men- aanvaardt
daarom îmmers de consequenties, of men het missen
oi niet- dlt alles weet men tevoren. Heefc e-n
werkman door het bijwonen van een vergaderin.;
scnade, dan kan hij dat opeischen. Als Burgemeester
en Wethouders meewerken om 's avonds te vergaderen
heett spreker er geen bezwaar tegen om presentiegeïd
te geyen, wanneer er sprake is van loonderving, doch
wil met verder gaan aangezien anders de Raadsleden
ais ambtenaren gaan worden beschouwd en mderdaad
ia!,„t°LtSaïCr Riik<ÎS äesiänale«de 'ou
De heer Dr, Droog, Wethouder, merkt op, dat het
met gewenschf is, om zooveel mogelijk aile vergade-
ringen s avonds te houden. Spreker vindt het bijvoor-
bee.d zeer wemchelijk om de Plantsoer.cn-commissîc
de plantsoenen te laten zien en dat kan moeilijk 's
avonas. Zoo heeft men laatst naar aanleiding van de
bezmhtigmg van het rioolgemaaltje aan de Heem-
steedsche de wenschelijkheid te kennen gegeven om
de gasfabrmk en andere gemeentelijke werken en
înrichtingen te mogen zien, doch dat moet overdag
gebeuren. Sprek.er wil zich nog niet uitlaten over het
tusschenvoorstel van den heer Jonckbloedi, doch wil
in îeder geval de mogelijkheid om overdag te ver-
gaderen, open laten.
da^nîlT^ Vb'nf f10jkt °Pl de veréadel"ingen op den
dag niet geheel te doen vervallen doch alleen dan