20 Augusius 1931
232
daarvcor presentiegeld uit te betalen, wanneer van
loonderving sprake îs.
De Voorzitter zegt, dat in den tegenwoordigen tijd
de deuren van de raadszaal moeten worden open-
gezet voor een ieder die kan worden aîgevaardigd,
ongeacht zijn tinanciëele positie. Daarom is het van
den wetgever zeer juist gezien om in de nieuwe ge-
meentewct het artiicel omtrent het presentiegeld te
wijzigen. Men behoeft daarbij in het geheel niet te
denken aan een gesalarieerde betrekking, dat gaat
niet op en dat is het ook niet als men de uren optelt,
die een raadslid als zoodanig beschikbaar moet
stellen. Men moet er zich inwerken en blijtt er ook
buiten de vergaderzalen heel wat voor te doen. Dat
dit werk nu met een kleine vergoeding wordt be-
loond kan spreker nu toch niet zoo vreeselijk vin-
den. Er zijn er in den lar.de die dat en soortgelijk
werk zonder daarvoor vergoeding te ontvangen, kun-
nen doen maar vele anderen kunnen dat niet. Men
voelt hier de ccnsequcnties van het parlementaire
stelsel. Men heeft zoo juist wel gezegd, dat reeds bij
voorkeur wordt vergaderd in de avonduren doch
dat is juist gedaan om degenen, die overdag van hun
werk zouden moeten verzuimen, niet te dupeeren.
Velen zouden liever overdag vergaderen. Bij het
voorstel van den heer Jonckbloedt behoeft echter
niemand loon te derven, zegt spreker.
Be heer Jonckbloedt merkt op, dat men, zooals dat
wel meer gebeurt, om de beurt 's middags en
's avonds zou kunnen vergaderen.
De heer Vrmg zegt nog, dat het zijn bedoeling is
om alleen aan degenen die loon derven, presentie-
geld uit te betalen.
De heer Van Unen merkt op, dat men hem tocb
nooit kan dwingen om het presentiegeld aan te ne-
men.
De Voorzitter antwoordt hierop, dat degenen die
dit presentiegeld niet willen aanvaarden, dit natuur-
bjk kunnen terugstorten in de gemeentekas.
De heer Jonckblcedt merkt op, dat men als lid van
het stembureau zijn loonderving ook kan declaree-
ren.
Meviouw De Voogt informeert of het niet mogelijk
is da't de loonderving wordt getaxeerd.
De Voorzitier antwoordt hierop, dat dit tol allerlei
moeilijkheden aanleiding kan geven.
i De Voorzitter vraagt of het voorstel van den heer
Jonckbloedt wordt ondersteund. Dit voorstel wordt