64
1 Seplember 1931
PRAE-ADVIES OP EEN VERZOEK OM UITBREI-
DING VAN HET AANTAL LEDEN DER RAADS-
COMMISSIËN MET ÉÉN LID.
Aan den Raad.
Naar aanleiding van het liiernevensgaande onder
dagteekening van 24 Augustus j.l. door de Heeren
H. M. van Unen, J. Vring Sr. en S. Rijkes, Leden
van Uwen Raad, ingediende verzoek om te wilien
besluiten, het aantal leden van de verschillende Com-
missiën met één uit fe breiden, hebben wij de eer U
het navolgende mede te deelen.
De gemeentewet kent twee soorten raadscommis-
siën, te weten vaste commissiën en commissiën tot
uitvoering van een bijzonderen last. De eerste categorie
wordt gesplitst in commissiën van voorbereiding en
commissiën van bijstand. Met uitzondering van de
commissie voor de financien en de commissie voor
de bezwaarschriften tegen den aanslag in den hoof-
delijken omslag, wier leden belast zijn met de voor-
bereiding van hetgeen, waarover de Raad heeft te
beslissen en die uit dien hoofde commissiën van
voorbereiding worden genoemd, bestaan in deze ge-
meente vijf cominissiën van bijstand. Zijn de voorbe-
reidingscommissiën dus uitsluitend fen dienste van
den Raad, de commissien van bijstand zijn commis-
sien voor het College van Burgemeester en Wethou-
ders teneinde hen, waar noodig, bij te staan in het
behetr van bepaalde takken van de huishouding der
gemeente.
Ons Coliege nu is van meening, dat de huidige
sterkte dier commissien, wier ledental nog kortelings
geleden op Uw verzoek met één werd uitgebreid
van dien aard is, dat voldoende bijstand wordt ver-
leend en voelt dan ook vooralsnog geen behoefte
daaraan uitbreiding te geven. Het aantal Ieden van
den gemeenteraad is bovendien niet van dien omvang,
dat uitbreiding aan het aantal leden der commissien,
tengevolge waarvan een derde gedeelte van den Raad'
zich in iedere commissie zou vereenigen, vvenschelijk
moet worden geacht.